reine‐claude in French
eine‐claude
Sentence patterns related to "reine‐claude"
1. Jehovah houdt van reine mensen
2. 11 Alle reine vogels mogen jullie eten.
3. Noach nam zeven „reine” dieren, zoals schapen, mee de ark in
4. Velen vragen zich af of Jehovah de zaak ooit in het reine zal brengen.
5. Hij berooft haar van een reine morele reputatie en een goed geweten.
6. Reine handen, een zuiver hart en een gewillige geest hadden de hemel geraakt.
7. Maar ik kwam tot bezinning en besloot mijn leven in het reine te brengen.
8. „De hele wereld is in beroering, alsof occulte machten stelselmatig bezig zijn alle nooduitgangen te blokkeren.” — Jean-Claude Souléry, journalist.
9. De vader keek naar haar reine, tengere handen die door de Schriften bladerden.
10. Onze reine en nette uiterlijke verschijning voegt een gunstig getuigenis toe aan de Koninkrijksboodschap die wij prediken.
11. Voor velen leverde het geen problemen op hun leven in het reine te brengen.
12. De reine dieren werden echter niet alleen uit het oogpunt van voortplanting in leven gehouden.
13. Maar hij hield ondanks grote verleidingen aan Gods beginselen vast en behield zijn reine reputatie.
14. Daar bracht een man die uit de gemeente was verwijderd uiteindelijk zijn leven in het reine.
15. Zijn reine liefde leidt ons en zet ons er toe aan om reiner en heiliger te worden.
16. Ze liep van stapel op 3 oktober 1936 te Newport News Shipbuilding, gedoopt door Lulie Swanson, echtgenote van de marine secretaris Claude A. Swanson.
17. Dergelijke inzettingen maakten deze reine gaven van God niet tot iets minderwaardigs (Genesis 1:28; 2:18-25).
18. Christenen, die reine geestelijke lucht inademen op de verheven berg van Jehovah’s zuivere aanbidding, weerstaan deze neiging.
19. Maar deze reine toestand hing af van de vraag of zij de Wet gehoorzaamden en voortdurend slachtoffers brachten.
20. Hierdoor wordt de reine gemeente op liefdevolle wijze beschermd, want ’een weinig zuurdeeg doet het gehele deeg gisten’ (1 Kor.
21. Het offerdier kwam uit het rund- of het kleinvee, dat wil zeggen, van reine dieren, en was „gaaf”, zonder gebrek.
22. Ik begin nu in het reine te komen met het feit dat ik op een bepaald punt in de toekomst, zal sterven.
23. Naastenliefde, de reine liefde van Christus, is ‘niet afgunstig en niet opgeblazen; zij zoekt zichzelf niet’ (Moroni 7:45).
24. De volgelingen van de boeddhistische Reine Land- sekten in China en Japan geloven dat ze, door onophoudelijk de naam van de Boeddha van Onbeperkt Licht, „Amitabha”, uit te spreken, herboren zullen worden in het Reine Land of het Paradijs in het Westen, waar ze zich in de hoogste mate van geluk zullen verheugen.
25. Je zou iets hardop kunnen gaan lezen, zoals de bijbel of een christelijke publikatie die je gedachten in reine banen zal leiden.’