hertogin in English

hertogin [hɛrtoɤ°in] duchess

Sentence patterns related to "hertogin"

1. De Hertogin van Squillace?

2. Dank je, Hertogin.

3. De hertogin zal weten wie we zijn.

4. ́Je weet niet veel,'zei de hertogin;

5. De hertogin is daar een ster in.

6. Dan hebt u een inspecteur en de hertogin vermoord

7. Een uitnodiging voor de hertogin om croquet te spelen. "

8. De hertogin van Bourgondië heeft me als haar gast op haar Hof uitgenodigd.

9. De hertogin hief de zweep hoog in de lucht en toen...

10. 'Zeer waar,'zei de hertogin: ́flamingo ́s en mosterd beide bijten.

11. ́Een mooie dag, Uwe Majesteit!'De hertogin begon in een lage, zwakke stem.

12. ́Denken alweer?'De hertogin vroeg met andere graven van haar scherpe kleine kin.

13. Haar grootouders van vaders kant waren Ferdinand Filips, hertog van Orléans en hertogin Helena van Mecklenburg-Schwerin.

14. Kensington Palace maakte op 4 september 2017 bekend dat prins William en hertogin Catherine hun derde kind verwachtten.

15. Ze was helemaal vergeten de Hertogin tegen die tijd, en was een beetje geschrokken toen ze hoorde haar stem vlak bij haar oor.

16. 'Als iedereen een eigen bedrijf minded,'de hertogin zei in een schorre grommen, ́de wereld zou rond gaan een deal sneller dan nu het geval. "

17. Hertogin knie, terwijl de borden en schotels crashte rond het - eens te meer de schreeuw van de Gryphon, het piepen van de Lizard's griffel, en de verstikking van de onderdrukte cavia's, vulde de lucht, vermengd met de verre snikken van de ellendige Mock Turtle.

18. De deur leidde recht in een grote keuken, die vol rook was van het ene einde aan de andere: de Hertogin zat op een kruk met drie poten in het midden, borstvoeding geeft; de kok leunde over het vuur, roeren een grote ketel, die leek te zijn vol met soep.

19. Terwijl ze probeerde op te lossen op een, de kok nam de ketel van de soep uit de vuur, en in een keer aan het werk gezet gooien alles binnen haar bereik in de Hertogin en de baby - de brand- ijzers op de eerste plaats; Vervolgens volgde een regen van pannen, borden en schotels.