het licht aandoen in English
het licht aandoen [ətlixtandun] light
Sentence patterns related to "het licht aandoen"
1. Het maillot aandoen, vragen stellen... weglopen.
2. * Waarom zou een wolf schaapskleren aandoen?
3. Kan iemand de lichten weer aandoen?
4. Ik wilde je dit niet aandoen.
5. Hij wist wat zij haar zouden aandoen.
6. Als ik dat jou zou aandoen...
7. Hoe kon U me dit aandoen?’
8. Iemand wilde je duidelijk iets aandoen.
9. Geen dier zal je iets aandoen.
10. Het licht!
11. Een breed pak aandoen en hopen dat ze doodgaan van het lachen?
12. Wie ben jij om mij dit aandoen?
13. (Gelach) Kan iemand de lichten weer aandoen?
14. Geen stam mag de andere iets aandoen.
15. 31 Ze zullen zich kaalscheren en een zak aandoen,
16. Ik wilde jou aandoen wat mij is aangedaan.
17. Geen ninja mag een andere ninja wat aandoen.
18. In andere Bijbelvertalingen wordt het woord „kwellen” weergegeven met „mishandelen”, „uitbuiten” en „onrecht aandoen”.
19. Zodat, als het zover is... het overnemen van zijn organisatie zal gaan als het aandoen van een handschoen.
20. Bij het licht, schieten.
21. Vervolgens konden we ze voorzichtig een hoofdstel aandoen terwijl ze aan het eten waren.
22. Doe het licht aan...
23. „Dit wat sterfelijk is, moet onsterfelijkheid aandoen”, zegt Paulus.
24. Bloemen draaien naar het licht.
25. Mag het licht terug aan?