aansporen in English

aansporen [ansporən] admonish, scold encourage, impel, instigate, spuron, stimulate, urge rouse, stimulate, stirup

Sentence patterns related to "aansporen"

1. Tot liefde en voortreffelijke werken aansporen — Hoe?

2. Vergaderingen die aansporen tot liefde en voortreffelijke werken

3. 2:6). Vermanen betekent aansporen, ernstig aanraden of waarschuwen.

4. Vergaderingen die ons ‘tot liefde en voortreffelijke werken aansporen’

5. Gekoppeld aan een bevel kan stemverheffing mensen tot actie aansporen (Hand.

6. Hoe kunnen we ’elkaar tot liefde en voortreffelijke werken aansporen’?

7. Waarom kon Mozes de Israëlieten aansporen „moedig en sterk” te zijn?

8. 55 7 Vergaderingen die ons ‘tot liefde en voortreffelijke werken aansporen’

9. De woorden die het koor vanavond zingt, zullen ons aansporen om tot Hem te komen:

10. Als je geen Amerikaans staatsburger bent, kan je Amerikanen die je kent, contacteren en aansporen om hetzelfde te doen.

11. Ik kan jullie alleen maar aansporen om Jezus’ Kruis te omarmen als teken van Gods liefde en de bron van nieuw leven.

12. Zelfs wanneer de ouderlingen iemand uitsluiten, zullen zij, als herders, hem ertoe aansporen berouw te hebben en te proberen weer in Jehovah’s gunst te komen.

13. Uit dit verslag leerden de cursisten dat als we de waarschuwingen van de Heer negeren die ons aansporen tot bekering, zijn Geest Zich zal terugtrekken en Satan macht over ons hart zal krijgen.

14. In de lege ruimte heb je wellicht een beginsel met de volgende strekking genoteerd: Als we de waarschuwingen van de Heer negeren die ons aansporen tot bekering, dan zal zijn Geest zich terugtrekken en zal Satan macht over ons hart verkrijgen.

15. De volgende twee waarheden kwamen gedurende de week in de lessen voor de cursisten aan de orde: (1) Als we de waarschuwingen van de Heer negeren die ons aansporen tot bekering, zal zijn Geest Zich terugtrekken en zal Satan macht over ons hart krijgen.

16. Intussen zullen ook wij, als wij het voortreffelijke voorbeeld van Stefanas, Fortunatus en Achaïkus volgen en hard blijven werken ten behoeve van onze broeders, loyaal de gemeenteregeling ondersteunen, terwijl wij onze broeders opbouwen en ’hen tot liefde en voortreffelijke werken aansporen’. — Hebreeën 10:24, 25.