aanstaande week in English
aanstaande week [anstandəwek] nextweek nextweek
Sentence patterns related to "aanstaande week"
1. Project Exodus is aanstaande.
2. Jouw aanstaande bruid wordt ongeduldig.
3. Die is pas aanstaande dinsdag.
4. De grootste bedreiging is aanstaande.
5. Ik ga aanstaande zondag trouwen.
6. Dat zou leiden tot zijn aanstaande dood.
7. Jury's staan altijd achter aanstaande moeders.
8. Huw de aanstaande koning van Perzië.
9. Aanstaande ouders kiezen voor abortus om zeer uiteenlopende redenen.
10. Zou de aanstaande moeder minder lang moeten staan?
11. Als je aanstaande man neem ik de beslissing voor ons.
12. Dat van de officier van justitie of zijn aanstaande bruidje.
13. Vanaf 1 januari 2007 groeide de populariteit week na week.
14. Tot volgende week.
15. Uiterlijk volgende week.
16. De bevalling duurde uren en de toestand van de aanstaande moeder verslechterde zienderogen.
17. 'Wat een week, dier.
18. Haar verjaardag is volgende week.
19. Drie en een halve week.
20. Maar een volledige week doceren.
21. Bel jij ze elke week?
22. Het was een pittige week.
23. Ik zie u volgende week.
24. Volgende week word ik geopereerd.
25. Ik ben vorige week afgewezen.