aan komen lopen in English
aan komen lopen [ankomənlopən] approach, dealwith, tackle
Sentence patterns related to "aan komen lopen"
1. Je kunt niet zomaar binnen komen lopen.
2. Voor die baan moest hij hele afstanden over stoffige wegen lopen om aan autolak en onderdelen te komen.
3. „Ik kon niet geloven dat hij niet meer binnen zou komen lopen.”
4. Daardoor konden de soldaten door de rivier lopen en bij de stadsmuur komen.
5. Je zou tegen onvriendelijke gasten aan kunnen lopen.
6. Er komen drones aan.
7. Niet aan het speelgoed komen
8. Ze komen achter je aan.
9. En de enige manier waarop je comfortabel kunt lopen is door in het ritme te komen.
10. Niet aan het geweer komen.
11. Lopen, piraat.
12. Hoe komen jullie aan dat geld?
13. We komen achter je aan, vriend
14. Lopen, zoontje.
15. 4 We moeten constant alert zijn om geen dienstvoorrechten mis te lopen die op ons pad kunnen komen.
16. Als dwangarbeiders weglopen, lopen ze het risico terecht te komen in de massa ongedocumenteerde werkers die net zo goed zijn overgeleverd aan de nukken van de wetshandhavers.
17. Zal daar ooit een eind aan komen?
18. Dat wordt lopen.
19. We moesten lopen.
20. Vrienden aan de overkant komen van pas.
21. Het was moeilijk om aan te komen.
22. Aan die rotoorlog moet een einde komen.
23. Er kan een eind komen aan vervolging.
24. De gesprekken lopen vanzelf als de zendelingen de mensen met wie ze in contact komen, naar hun dierbaren vragen.
25. Lopen, miezerig beestmens.