ruimte in French

uimte [rəʏmtə] déstination, endroit, lieu, localité, place espace

Sentence patterns related to "ruimte"

1. Wat verandert algemene openbare ruimte in kwalitatieve ruimte?

2. Gebruikte ruimte

3. Ruimte genoeg.

4. Hopen ruimte.

5. Vóór de hyperbolische meetkunde kenden wiskundigen twee soorten ruimte: Vóór de hyperbolische meetkunde kenden wiskundigen twee soorten ruimte: Euclidische ruimte en sferische ruimte.

6. Beschikbare ruimte opvullen

7. Een metrische ruimte is Hausdorff-ruimte, maar ook normaal en paracompact.

8. Een ruimte heeft tijd.

9. Maak ruimte voor Caesar.

10. Wat'n grote, ronde ruimte.

11. Het is een smalle ruimte.

12. In de ruimte gelden octrooien...

13. Er is ruimte voor meningsverschillen.

14. Het is een smalle ruimte

15. ‘De ruimte, de laatste grens.’

16. Dit is de afval ruimte.

17. Je bent geïnteresseerd in de ruimte.

18. Er is geen ruimte voor fouten.

19. En nu ontheilig je deze ruimte?

20. Het ging om ruimte en licht.

21. De aarde zweeft in de ruimte.

22. Ik manipuleer de tijd en ruimte.

23. We nemen deze 12-dimensionale gekromde ruimte en vormen ze om tot een vlakke vierdimensionale ruimte.

24. Dit kan het ruimte-tijdsysteem verstoren.

25. De grondstoffen kwamen uit de ruimte.

26. Degenen zonder bevoegdheid verlaten de ruimte.

27. Menselijke vorm in de digitale ruimte.

28. Geen ruimte om op te stijgen.

29. Zodat ruimte is voor de arts'autopsierapport.

30. Een leuke ruimte, metalen wanden, gevangeniscel.

31. Er is geen ruimte voor zwakte.

32. Je komt uit de ruimte, hè?

33. Ze vliegen door hun ruimte, de oceanen.

34. Het was geen hoopvolle ruimte voor romantiek.

35. Ze heeft vijf maanden en genoeg ruimte.

36. Er is ruimte genoeg voor ons drieën.

37. In de gemeenschappelijke ruimte voor het Kerstfeestje.

38. Ik wil elke ruimte en gat onderzoeken.

39. één van die ruimtevaartuigen ging constant de ruimte in, en toen het #. # miljard kilometer diep in de ruimte was

40. Hij laat de ruimte tussen atomen verkleinen.

41. De ruimte zelf is drie verdiepingen hoog.

42. Ik heb daar niet de ruimte voor.

43. De locatie bood ruimte aan 150 leerlingen.

44. Nee, hij zei niets over de ruimte.

45. Die lege ruimte zou eeuwig blijven bestaan.

46. Het precisieniveau gaf ruimte aan vele innovaties.

47. Er is hier geen ruimte voor onnodig personeel.

48. Is onze held in jouw... kleine ruimte gedrongen?

49. De bemanning ligt in een beveiligde winterslaap ruimte.

50. De woorden weerklinken door de lege kalkstenen ruimte: