rust in French
ust [rɵst] repos repos pause, repos, trêve repos, trêve repos repos
Sentence patterns related to "rust"
1. Rust, luitenant.
2. Rust, rusten
3. Rust nu.
4. Schipper, rust.
5. Ik wilde gewoon rust.
6. Rust in vrede.
7. Rust en stilte.
8. 7 Overal op aarde heerst nu rust, er is niets wat die rust verstoort.
9. Ze heeft platte rust beneden.
10. Je laat Molly met rust.
11. Geeft de vermoeide rust.
12. Laat hem met rust.
13. ’Rust van uw smart’
14. Rust in vrede Luke
15. Laat me met rust.
16. Misschien zocht ze rust.
17. Jij moet voor rust zorgen.
18. Rust in vrede, oom Wei.
19. naar plaatsen waar rust bestaat.
20. Al rust op het stro.
21. De stilte en de rust?
22. Vetzak, laat mijn cliënt met rust.
23. Elkaars familie laat je met rust?
24. Kan er rust zijn zonder boetedoening?
25. Hoe is innerlijke rust te vinden?
26. Geef het gewoon wat rust!
27. Dan heeft de man rust.
28. Vrede, gezondheid, rust, geluk, nirvana.
29. Er rust zoveel op hun schouders.
30. Ik wil graag rust in huis.
31. Ze laat me niet met rust!
32. Op dit moment rust en stilte.
33. Laat ie me dan met rust?
34. * Zie ook Rust, rusten; Scheppen, schepping
35. Wie modebewust is, heeft geen rust.
36. Een en al rust en eenvoud.
37. Hij kan Slim beter met rust laten.
38. Hij kwam hier voor zijn rust.
39. Innerlijke rust als je omstandigheden veranderen
40. * Zie ook Millennium; Rust, rusten; Vredestichter
41. Ik wil'n gezin, kinderen en rust.
42. Hoe lang zal die rust duren?
43. Laat onze kameraden 3 dagen rust nemen.
44. als wijn die rust op de droesem.
45. Talloze personen wereldwijd hebben die rust gevoeld.
46. En toch rust er een taboe op.
47. Uw zegen rust op uw volk” (Ps.
48. Dus dat onderwerp laat ik met rust.
49. Ware vrede moet daarom huiselijke rust omvatten.
50. Wanneer laat je me nou eens met rust?