pin in French
pin [pin] about, goupille
Sentence patterns related to "pin"
1. Katniss heeft haar gouden Spotgaai pin.
2. Met wolkenkrabbers en pin-ups...
3. Stop de pin in de granaat.
4. Iedereen heeft wel een bankpas met een PIN, toch?
5. Haal de trekker over, of ik trek de pin eruit.
6. Om zo'n pin te krijgen, moet je heel dapper zijn.
7. Ze zijn allemaal hetzelfde, behalve dat deze een roestvaste stalen pin erop heeft zitten.
8. Nu moet hij pin-punt is, met alleen zijn buitengewone reukzin.
9. Eljakim wordt door Hizkia tot „een pin in een hechte plaats” gemaakt
10. Dus nu weet jij ook niet waar de pin is, en ik weet het ook niet.
11. Trek je er één pin uit, dan gaat de timer voor ons allemaal lopen.
12. Ik wil alleen maar dat je biopt van het bot neemt... voordat je pin gaat inbrengen.
13. Een momentsleutel wordt in het sleutelgat geplaatst... op zo'n manier dat de pin omhoog geduwd wordt om het pinslot te openen.
14. 23 Ik zal hem als een pin op een stevige plaats bevestigen en hij moet als een verheven troon worden voor het huis van zijn vader.
15. 25 Op die dag”, verklaart Jehovah van de legermachten, “zal de pin die op een stevige plaats bevestigd is, verwijderd worden. + Hij zal worden afgehakt en vallen. De last die eraan hing, zal kapotvallen, want Jehovah zelf heeft gesproken.”’