plannen in French
plannen [plɑnən] projete
Sentence patterns related to "plannen"
1. Onze plannen zijn klaar.
2. We hebben grote plannen.
3. Plannen kost tijd.
4. Kaarten en plannen.
5. Jij hebt vast sluwe plannen.
6. 16 Eenheid en opzienbarende plannen
7. Eenheid en opzienbarende plannen
8. Jaren van plannen, verspild.
9. 15 min: „Plannen maken — Waarvoor?”
10. Zullen plannen voor internationale veiligheid slagen?
11. We hebben geen plannen voor Azië.
12. Want ze hebben plannen voor jou.
13. Hun meedogenloze plannen waren duidelijk.
14. Samen plannen ze een ontsnapping.
15. Papiermenspolitici met plenty plannen op papier,
16. als de vrucht van hun slechte plannen,
17. Geen gepensioeneerde ministers beschikbaar om te plannen?
18. We hebben plannen met je, verrader.
19. Met onderscheidingsvermogen plannen maken voor je opleiding
20. Ik had zulke geweldige plannen voor ons.
21. Ze plannen voor een zending, tempelhuwelijk en opleiding.
22. 4 Maak definitieve plannen om aanwezig te zijn.
23. HET SANHEDRIN MAAKT PLANNEN OM JEZUS TE DODEN
24. Ze nemen nieuwe mensen aan, maken plannen
25. Bekende plannen uit de Mexicaanse geschiedenis zijn:
26. Vraag zijn toestemming als de plannen definitief zijn.
27. en welke boosaardige plannen jullie tegen mij smeden.
28. Ik moet terug om de ceremonie te plannen.
29. Welke plannen moeten we nu maken, en waarom?
30. je plannen om het bedrijf neer te halen.
31. Volg de onderstaande stappen om bestandsuploads te plannen:
32. De postbode die plannen maakt voor het eten.
33. 10 Je plannen zijn tot schande van je huis.
34. De plannen van de mens voor internationale veiligheid
35. Kan ik een première plannen die meteen start?
36. Plannen voor reclamecampagnes worden hartje zomer al gemaakt.
37. Waarom kijk je altijd neer op mijn plannen?
38. De plannen voor het huwelijk van je zus.
39. Dit is geen goed moment voor nieuwe plannen.
40. Ik ben getuige geweest van veel van uw gekke plannen.
41. En Minny, die neger, daar heb ik plannen voor.
42. ▪ Maak definitieve plannen om het districtscongres bij te wonen.
43. Daarnaast bestaan plannen om de drank te exporteren naar Californië.
44. Je hebt ambitieuze plannen; je veroorlooft je nogal wat grootspraak.
45. Ah, maar Fiona weet van je plannen, neem ik aan.
46. Omstandigheden kunnen zelfs de nobelste plannen dwarsbomen. — Prediker 9:11.
47. kent al hun plannen om mij te doden heel goed.
48. We zijn opgetogen over onze status en onze plannen.
49. Het bouwen en plannen van het platform is gestart.
50. Ik heb plannen, heren... die uw stoutste dromen overstijgen.