Pilatus in French
Pilatus [pilatɵs] Pilate
Sentence patterns related to "Pilatus"
1. Tegen de middag brengt Pilatus Jezus naar buiten.
2. Hoe staaft de archeologie het bestaan van Pontius Pilatus?
3. De keizer overleed echter voordat Pilatus daar aankwam.
4. 290 127 Berecht door het Sanhedrin, daarna naar Pilatus
5. Zij zeggen tegen Pilatus: ’Jezus is tegen de regering.
6. Pontius Pilatus stond bekend als een buitengewoon koppige man.
7. Zou Pilatus reden hebben gehad om deze caesar te vrezen?
8. Pilatus vraagt: „Zal ik uw koning aan een paal hangen?”
9. Deze stenen plaat bevat Pilatus’ naam in het Latijn
10. De overpriesters brachten Jezus naar het paleis van gouverneur Pilatus.
11. Jezus werd door de stadhouder, Pilatus, en door Herodes ondervraagd.
12. Pilatus’ sceptische kijk op waarheid is in deze tijd niet ongewoon.
13. De overpriesters hadden Jezus uit afgunst overgeleverd, en Pilatus besefte dat.
14. Zij brengen hem naar Pontius Pilatus, de bestuurder van Judéa.
15. Het was alsof Pilatus zei: ’Is het zo niet genoeg, priesters?’
16. Pilatus wees de gelegenheid om die waarheid te leren kennen onverschillig van de hand.
17. Ik merk een zekere cynische toon op in het antwoord van Pilatus.
18. Deze inscriptie uit Cesarea geeft te kennen dat Pontius Pilatus prefect van Judea was
19. * Eraan denken dat Hij naar Pilatus en Herodes werd gebracht om berecht te worden.22
20. De Romeinse stadhouder Pontius Pilatus veroordeelde hem vervolgens tot de dood aan een martelpaal.
21. Wanneer Pilatus in uniform was, droeg hij waarschijnlijk een leren tuniek en een metalen borstharnas.
22. Hij zei tot Pontius Pilatus: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld” (Johannes 18:36).
23. Dus zei Pilatus: ‘Zorg dat niemand in het graf kan en zet er bewakers bij.’
24. Naast de evangelieverslagen zijn de geschiedschrijvers Flavius Josephus en Philo de voornaamste bronnen van informatie over Pilatus.
25. Pilatus’ soldaten onderwerpen Jezus aan een onmenselijke behandeling, maar het lukt hun niet hem beschaamd te maken.
26. Pontius Pilatus was beslist niet de eerste persoon die het denkbeeld van absolute waarheid in twijfel trok.
27. Als de overpriesters en de oudsten blijven schreeuwen, vraagt Pilatus aan Jezus: ‘Hoort u niet waar ze u allemaal van beschuldigen?’
28. Jezus stond voor Pontius Pilatus terecht en het bloeddorstige gepeupel uit diezelfde stad schreeuwde: „Aan de paal met hem! . . .
29. Het verslag in Johannes 19:19, 20 luidt: „Pilatus schreef ook een titel en bracht die op de martelpaal aan.
30. Toen de Romeinse bestuurder Pontius Pilatus dit hoorde, vroeg hij aan Jezus: „Zijt gij de koning der joden?” — Lukas 23:1-3.
31. Vijf dagen later wordt Jezus gearresteerd en wordt hij een paleis binnengebracht om bij de bestuurder, Pontius Pilatus, te komen.
32. Zijn recente verzoening met Herodes — met wie Pilatus ‘in vijandschap’ (Lucas 23:12) had geleefd — was ongetwijfeld politiek nieuws onder ‘ingewijden’.
33. Het geïnspireerde verslag in Mattheüs 27:24, 25 bericht het volgende: ’Pilatus nam water en waste ten aanschouwen van de schare zijn handen.’
34. Toen de overpriesters en de oudere mannen hem voor Pilatus vals beschuldigden, ’gaf Jezus geen enkel antwoord’ (Mattheüs 27:11-14).
35. Hij werd door Pontius Pilatus, die in het jaar 26 tot stadhouder van Judea werd benoemd, tijdens diens tienjarige stadhouderschap in zijn functie aangehouden.
36. Pilatus gaf soldaten opdracht zich onder de menigte te begeven en instrueerde hen geen zwaarden maar knuppels tegen de betogers te gebruiken.
37. Zelfs Pilatus zei over Jezus: „Ik heb in hem niets gevonden wat de dood verdient; ik zal hem daarom tuchtigen en vrijlaten.”
38. Critici hebben het bestaan in twijfel getrokken van Pontius Pilatus, de Romeinse stadhouder die opdracht gaf tot Jezus’ terechtstelling (Mattheüs 27:1, 22-24).
39. Toen Pilatus hoorde dat Jezus uit Galilea kwam, probeerde hij Herodes Antipas met de kwestie op te zadelen, want die regeerde over dat district.
40. Na een decennium van incapabel bewind zetten de Romeinen hem af en stelden ze hun eigen stadhouder aan, de voorganger van Pontius Pilatus.
41. ▪ In alle vier de evangeliën wordt over Barabbas gesproken, die door de Romeinse bestuurder Pontius Pilatus werd vrijgelaten in plaats van Jezus.
42. Daar Jezus zijn nieuwsgierigheid niet bevredigt en blijft zwijgen, drijven Herodes en zijn soldaten de spot met hem en zenden hem terug naar Pilatus.
43. Tegen de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus zei Jezus: „Hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen van de waarheid” (Johannes 18:37).
44. Tegen Pilatus, een vertegenwoordiger van de politieke macht in zijn tijd, zei Jezus: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld.” — Johannes 18:36.
45. Zo ’gaf Jezus geen enkel antwoord’ toen de overpriesters en de oudere mannen hem tijdens zijn berechting door Pilatus valselijk beschuldigden (Mattheüs 27:11-14).
46. Er is natuurlijk ook archeologisch bewijs voor de historiciteit van belangrijke personen uit de christelijke Griekse Geschriften — zoals Herodes, Pontius Pilatus, Tiberius, Kajafas en Sergius Paulus.
47. Op welke manieren gaf Jezus van vrijmoedigheid en onbevreesdheid blijk ten overstaan van (a) de religieuze leiders, (b) een groep soldaten, (c) de hogepriester en (d) Pilatus?
48. Daar het erom ging of Jezus al dan niet het recht had om als koning te regeren, vroeg Pilatus nogmaals aan Jezus: „Welnu, zijt gij dan een koning?”
49. Hij zei tegen Pontius Pilatus: „Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen van de waarheid” (Johannes 18:37).
50. Bijbelse voorbeelden van de laatste twee van iemands drie namen zijn Pontius Pilatus (onderstaande inscriptie), Sergius Paulus, Claudius Lysias en Porcius Festus. — Handelingen 4:27; 13:7; 23:26; 24:27.