pet in French
pet [pɛt] casquette bonnet, toque
Sentence patterns related to "pet"
1. Doe een PET scan.
2. Ik had een pet, een tandeloze grijns,
3. Pet op, dat staat heldhaftiger
4. Maar je kunt toch nog altijd zo'n pet dragen?
5. De MRI en PET-scan zijn negatief.
6. MRI en PET-scan laten geen tumoren zien.
7. Ze kijkt weleens in de spiegel met mijn pet op.
8. Maar een kamer vol idioten kan nog inzien dat dat jou boven je pet gaat
9. Als ik jou was, hield ik m'n mond en ging ik met de pet rond.
10. Hij keek geschrokken toen hij zag Mary, en Toen raakte zijn pet.
11. De professoren hadden duidelijk niet zo'n hoge pet op van mijn werk als ik.
12. Daarom ben ik begonnen PET- scans te doen van iedereen in de familie.
13. Kunst is iets waar we in de seculiere wereld een hoge pet van op hebben.
14. Maar een kamer vol idioten kan nog inzien dat dat jou boven je pet gaat.
15. Volgens de strips moest Jon bij de aanschaf van Garfield kiezen tussen Garfield, een iguana en een pet rock.