overtuiging in French
overtuiging [ovərtəʏɤ°iŋ] convictio
Sentence patterns related to "overtuiging"
1. Met overtuiging spreken
2. Een verkeerde overtuiging en je faalt.
3. De kracht van onze overtuiging
4. Hij liet zich vol geloof en overtuiging toch dopen.
5. 14 Voor jongeren — Kom voor je overtuiging uit!
6. (Zie ook het kader ‘Gods Woord versterkte hun overtuiging’.)
7. Hij stierf in de overtuiging dat er nog geheimen zijn.
8. Zij onderwijzen met meer overtuiging en leggen krachtig getuigenis af.
9. Zij hebben een krachtige overtuiging en uiten zich op gezaghebbende wijze.
10. Welke overtuiging dienen wij nooit op te geven?
11. Ons huwelijk heeft veel baat gehad bij haar religieuze overtuiging.
12. Ja, Paulus kon vol overtuiging zeggen dat hij dat inderdaad had gedaan!
13. Wat kan ons helpen moed en overtuiging te ontwikkelen?
14. Waarom hadden vooral de Kolossenzen een „vaste overtuiging” nodig?
15. Toegegeven, een doeltreffende onderwijzer dient een krachtige overtuiging te hebben.
16. 6 Paulus had aandacht voor de overtuiging en de achtergrond van zijn toehoorders.
17. De heilige der laatste dagen spreekt een innerlijke overtuiging uit.
18. Het lijkt erop dat je bankier iets meer overtuiging nodig heeft.
19. Het is mijn stellige overtuiging dat hij naar de Noordelijke Waterstam reist.
20. Het kan zijn dat hij emotioneel zo aan zijn overtuiging gehecht is geraakt dat hij eenvoudig zijn ogen en oren sluit voor alles wat die overtuiging aan het wankelen zou kunnen brengen.
21. Anderen leed berokkenen wegens hun overtuiging of sociale status; kwellen of onderdrukken.
22. 4. (a) Waarom kon David vol overtuiging zeggen: ’Jehovah is mijn redding’?
23. Ware christenen vermijden elk gebruik dat met deze overtuiging verband houdt.
24. Hij had geen overtuiging meer en dat kostte hem zijn leven.
25. Hij beoefende meditatie en verzamelde boeddhabeeldjes in de overtuiging dat ze bescherming boden.
26. (b) Welke vragen kun je jezelf stellen om je overtuiging te versterken?
27. Anderen beloofden dat zij haar nooit meer wegens haar overtuiging zouden plagen.
28. In een van de eerste verklaringen omtrent onze overtuiging aangaande godsdienstvrijheid staat:
29. Sommigen vasten zelfs tot zij de hongerdood sterven, in de overtuiging dat dit verlossing zal brengen.
30. Ik hield m'n koppige wil voor een overtuiging dat het het lot was of zoiets.
31. Veel godsdienstige mensen hadden het gevoel dat ze nu hun religieuze overtuiging konden volgen.
32. „Naar onze overtuiging heeft de patiënt het recht elke willekeurige vorm van medische behandeling te weigeren.
33. Studenten worden verdeeld op basis van de overtuiging dat alleen sommige kinderen wereldklassenormen kunnen bereiken.
34. Die overtuiging bracht mensen ertoe baby’s zo snel mogelijk na hun geboorte te laten dopen.
35. Alle inwoners werden bij de lokale tempels geregistreerd, waarvan de priesters moesten instaan voor de religieuze overtuiging van hun leden.
36. 5 Het congresprogramma heeft onze overtuiging zeer gesterkt dat al Gods beloften die nog niet zijn vervuld, zullen uitkomen.
37. Krachtiger dan de woorden op zich, kan je overtuiging overdragen dat je iets heel waardevols met hen wilt delen.
38. Wanneer er relikwieën of overblijfselen van een „heilige” worden gevonden, worden deze vereerd in de overtuiging dat er kracht van uitgaat.
39. 19 Onze overtuiging omtrent datgene wat als het voornaamste beschouwd moet worden, is goed gefundeerd (Romeinen 12:1, 2).
40. Maar bedenk dat de Heiland zelf werd gekweld, bespot, bespuwd en uiteindelijk gekruisigd omdat Hij niet wankelde in zijn overtuiging.
41. Heeft men u gebrandmerkt als hebzuchtig, lui, dom of trots enkel vanwege uw ras, leeftijd, geslacht, nationaliteit of religieuze overtuiging?
42. In al zijn geschriften zette hij zijn overtuiging uiteen dat het millennium zou samenvallen met de wetenschappelijke vooruitgang.
43. Vervolgens beval hij me een document te tekenen waarin stond dat ik mijn overtuiging niet meer met anderen zou delen.
44. Als iemand niet op de hoogte is van uw overtuiging, kunt u natuurlijk zeggen dat u die feestdag niet viert.
45. Vereerders plaatsten glimlachende beeldjes van zichzelf in een biddende houding op banken in het heiligdom, in de overtuiging dat hun beeldje hun aanbidding voortzette.
46. In het boek Openbaring staat iets over wat een verschrikkelijke strijd moet zijn geweest om de overtuiging en de trouw van Gods kinderen.
47. We moeten ons anker niet oppervlakkig op het zand van hoogmoed laten rusten of losjes aan het randje van onze overtuiging haken.
48. In de overtuiging dat „heiligen” speciale kracht kunnen verlenen aan gelovigen, vereren miljoenen hen door middel van relikwieën of door hen als bemiddelaars aan te roepen.
49. Waarschijnlijk had het niets te maken met die zonsverduistering. Mijn grootmoeder was al overleden, in de overtuiging dat het haar fout was.
50. Maar als je luistert naar de samenzweringspraatjes, is er een sterke overtuiging dat hij werd vermoord... om de diensten te onderbreken tijdens het hoogtepunt van de bedevaart.