paal in French
paal [pal] pieu, poteau échalas, pieu barre, barreau, bâton, gaule, perche
Sentence patterns related to "paal"
1. Daar staat een paal!
2. halverwege paal gehangen; duisternis
3. Aan de paal genageld
4. Aan de paal bespot
5. Aan de paal met hem!”
6. Hij stierf aan een paal.
7. Ik ben tegen een paal gelopen.
8. Jezus stierf aan een rechtopstaande paal.
9. Ik ben tegen een paal gelopen
10. Hij heeft alle paal-scènes verzameld.
11. Vuist, handpalm, mes, zwaard, paal, speer.
12. ROME STELT HEM PAAL EN PERK
13. Aan paal gehangen op Golgotha (32-44)
14. Aan paal gehangen op Golgotha (21-32)
15. Jezus aan paal op Golgotha (16b-24)
16. Ik kan me bevrijden van de paal.
17. Jezus was aan een houten paal genageld.
18. Maar dan moet er iemand de paal in.
19. Vrijdagmiddag vroeg wordt Jezus aan een paal gespijkerd.
20. Ik weet dat er een paal achter staat!
21. Ga je gang en grijp je glibberige paal!
22. Hij zei dat hij tegen een paal gelopen was.
23. 20 Ik ben met Christus aan de paal gehangen.
24. In 1536 werd hij gewurgd en aan een paal verbrand.
25. Ik wil die paal graag pal voor mijn raam hebben.’
26. Pilatus vraagt: „Zal ik uw koning aan een paal hangen?”
27. Zij die afvallen hangen Zoon opnieuw aan paal (4-8)
28. Paulus werd toch niet voor jullie aan een paal gehangen?
29. Daar spijkeren ze Jezus’ handen en voeten aan de paal vast.
30. (Tekst: ‘Hoeveel keer als de wind, een paal, en de draak?’)
31. En dus bekleedde ik deze paal van het stopbord bij mijn huis.
32. En nog heeft de paal niet in de gaten wat er gebeurt.
33. 3 Kun je er een paal van maken om mee te werken?
34. Hij is een paal in geklommen en blijkbaar omgekomen door uitdroging.
35. Als ik die paal kan bereiken, dan kan ik de ladder afklimmen.
36. Hij werd wreed mishandeld en werd ten slotte aan een paal gehangen.
37. Als er dus een boompje vlakbij groeit, zal de paal dat aanvankelijk niet opmerken; vervolgens begint de paal te genieten van de schaduw die de boom verschaft.
38. Jezus ’heeft in het vlees geleden’ en werd zelfs aan een paal gehangen.
39. + 25 Het was het derde uur* toen ze hem aan een paal hingen.
40. Door Jezus’ dood aan de paal werd hij figuurlijk in de hiel vermorzeld.
41. LIJKT dit niet net een echte slang die om een paal gekronkeld zit?
42. Jezus werd naar Golgotha gebracht, waar Romeinse soldaten hem aan een paal nagelden.
43. Het enige wat eraan komt is jouw hoofd op een paal, klootzak.
44. Dat vond Ha̱man een goed idee, dus liet hij de paal neerzetten.
45. Het Wetsverbond werd in 33 G.T. verwijderd, toen Jezus aan de paal werd gehangen.
46. Sorry, jongen, maar je vader's hoofd zou binnenkort op een paal kunnen staan.
47. Hangend aan een paal riep hij met zijn laatste adem uit: „Het is volbracht!”
48. Hij moet hem aan een paal hangen en iedereen die gebeten is, moet ernaar kijken.
49. Hij werd aan een houten paal genageld en hing daar in zijn volle lengte.
50. Hij vond mijn scalp niet geschikt voor aan een paal van een nette man.