opscheppen in French
opscheppen [ɔpsxɛpən] bluffer fairelemalin, fanfarroner pellete
Sentence patterns related to "opscheppen"
1. Niet opscheppen.
2. Sommigen geloven dat opscheppen noodzakelijk is om iets te bereiken.
3. Maar je mag niet opscheppen in bijzijn van mij.
4. Laten ze maar opscheppen over wat ze van plan zijn.
5. Ik wil niet opscheppen, maar ik maak hele lekkere stoofpot met onkruidrat.
6. De beste manier om informatie te krijgen, is om hem te laten opscheppen.
7. De schrijfster Jody Gaylin zegt: „Jammer genoeg is ongegeneerd opscheppen . . . de laatste mode.
8. 21 Als we niet opscheppen over onze liefdadigheid, zullen onze „gaven van barmhartigheid” verborgen blijven.
9. 5 Zo is ook de tong een klein deel van het lichaam en toch kan hij enorm opscheppen.
10. MENSEN zijn tegenwoordig erg trots op hun persoonlijke prestaties, en ze zullen er vaak nogal over opscheppen.
11. Baek Su Chan was altijd bezig met het opscheppen over zijn zoon, maar ik zie dat het allemaal waar was.