ophouden in French

ophouden [ɔphɑudən] étendre finir, prendrefin, seterminer réprimer cesse

Sentence patterns related to "ophouden"

1. Ophouden.

2. Laat hem alsjeblieft ophouden.

3. Jullie tortelduifjes moeten ophouden.

4. Niets mag ons ophouden.

5. Je moet de schijn ophouden.

6. Daar moeten we mee ophouden.

7. Je kunt nog steeds ophouden.

8. Je wilt'm toch niet ophouden?

9. Ik kan niet ophouden met rillen.

10. We moeten ophouden met onze woede.

11. Hij moest toch de schijn ophouden?

12. Ik wil de rij niet ophouden.

13. We moeten de schijn ophouden, zelfs jij.

14. Weet je, je moet de schijn ophouden.

15. Laat die indianen ophouden met dat gejammer.

16. Je kunt de telronde alleen ophouden door...

17. We moeten de schijn niet blijven ophouden, Miss Donati.

18. Ze moeten ophouden met het in hun broek doen.

19. Je moet ophouden dit tegen te vechten, Quentin.

20. Maar de aarde zal nooit ophouden te bestaan.

21. Laten we alsjeblieft ophouden met dit lenen tegen rente.

22. Jehovah zal oorlogen doen ophouden „tot het uiteinde der aarde”

23. Ze moeten ophouden...... met het in hun broek doen

24. Waarom zou de aanbidding in Gods tempel in Jeruzalem ophouden?

25. We zien dat de beelden natuurlijk niet ophouden bij de lucht.

26. Gods Woord zegt: „[God] doet oorlogen ophouden.” — Psalm 46:8, 9.

27. „Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.” — Psalm 46:9.

28. Ik wou ermee ophouden, maar mijn vader zei: maar mijn vader zei:

29. „[Jehovah] doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.” — PSALM 46:9.

30. „Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.” — Psalm 46:9

31. „Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde” (Psalm 46:9).

32. We zullen nooit ophouden met optreden en we zullen nooit sluiten.

33. Je moet ophouden met rouwen en de draad weer oppakken, Emma.

34. „Bidt zonder ophouden”, spoorde de apostel Paulus aan. — 1 Thessalonicenzen 5:17.

35. Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde” (Psalm 46:8, 9).

36. De DNA-code vertelt de transcriptiemachine waar die moet beginnen en ophouden

37. Nr. 3: td 2A Armageddon — De oorlog om goddeloosheid te doen ophouden

38. De wereld kan niet in één keer ophouden met olie verbruiken en kernenergie.

39. Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.” — Psalm 46:8, 9.

40. Psalm 46:9 zegt: „[God] doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.”

41. Jehovah God „doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde” (Psalm 46:9).

42. De beschreven handelingen waren dus op dat moment aan de gang, maar moesten ophouden.

43. Psalm 46:9 zegt bijvoorbeeld: „Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.”

44. Zodra zij hun voeten in de Jordaan zetten, zal de rivier ophouden te stromen.’

45. Waarom lukte het Satan niet Job ermee te laten ophouden Jehovah te eren?

46. (Hand. 9:31; drama en lezing „Maak het goede nieuws ’zonder ophouden’ bekend”)

47. Door middel van die regering doet God „oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde”.

48. Ik wilde weg bij mijn werk, ophouden met nieuwsscripts schrijven voor domme, mooie mensen.

49. Zijn Woord nodigt ons zelfs uit om „zonder ophouden” te bidden. — 1 Thessalonicenzen 5:17.

50. En daar moeten de struisvogels zich ophouden, en demonen in bokkegedaanten, die zullen daar rondhuppelen.