opmerken in French

opmerken [ɔpmɛrkən] apercevoir, rimarquer signaler, souligne

Sentence patterns related to "opmerken"

1. Hier gaat het meisje me opmerken.

2. De wonderen van het evangelie opmerken is een teken van geloof.

3. Het beste paard van stal vergeten. - Een verdienstelijk persoon niet opmerken.

4. U kunt om meerdere redenen verschillen opmerken tussen dit rapport en uw inkomsten.

5. Dacht je dat ik dat gapende gat van tien miljoen dollar niet zou opmerken?

6. Maar de mensen konden niet anders dan de goede manieren van de kinderen opmerken.

7. Wat dan gebeurt is dat iemand de wijziging heel snel zal opmerken en vervolgens de wijziging eenvoudigweg omkeert.

8. Wij kunnen bijvoorbeeld in een kamer zitten en opmerken dat twee personen met elkaar zitten te fluisteren en te lachen.

9. Weinig mensen hebben oog voor elk klein vogeltje in hun omgeving, laat staan dat ze het opmerken wanneer er ‘één musje op de grond valt’.

10. Als er dus een boompje vlakbij groeit, zal de paal dat aanvankelijk niet opmerken; vervolgens begint de paal te genieten van de schaduw die de boom verschaft.

11. We vinden het een leuk idee dat deze figuren voorthuppelen, alsof ze onoplettend en onbezorgd en opgewekt en tevreden zijn, totdat ze een beweging van de kijker opmerken en zich verstoppen achter de dichtsbijzijnde muur.

12. Zijn wij tegenover hen gewoonlijk heel grootmoedig en sluiten wij onze ogen voor hun tekortkomingen, terwijl wij daarentegen de fouten en onvolmaaktheden van anderen tot wie wij ons niet van nature aangetrokken voelen, prompt opmerken?

13. Jullie hebben gehoord me opmerken dat de vreemdste en meest unieke dingen zijn heel vaak verband niet met de grotere, maar met de kleinere misdaden, en af en toe, inderdaad, waar ruimte is voor twijfel of er positieve misdaad is begaan.