eindje in French
eindje [ɛi˘ntjə] fragment, morceau, pan, pièce
Sentence patterns related to "eindje"
1. Dat eindje ham is verrukkelijk!
2. Ik ga een eindje wandelen.
3. Weet je, dat eindje ham is verrukkelijk!
4. Daar liep hij een eindje bij zijn discipelen vandaan.
5. 2 Toen hij opkeek, zag hij een eindje verderop drie mannen staan.
6. Als we die een eindje uitrekken hebben we een eendimensionaal stuk lijn.
7. Op een keer voelde ik me heel erg ontmoedigd en ging ik een eindje rijden.
8. Ze ging en stond naast hem en keek hem een paar momenten in haar koude eindje.
9. Als je een eindje de zee op gaat, zijn ze al gauw uit het zicht verdwenen.
10. Dan loopt hij een eindje verder, werpt zich neer en bidt, met zijn gezicht op de grond.
11. Een eindje hogerop doet een geestdriftige man hevig transpirerend verwoede pogingen om zich een weg door de elkaar verdringende mensen te banen.
12. Joseph bracht de mannen naar een stuk grond een eindje van de winkel af en rolde een meetlint uit.
13. 16 Zelf ging ze een eindje verderop zitten, op ongeveer een boogschot afstand, want ze zei: ‘Ik wil de jongen niet zien sterven.’
14. Op een vrijdagavond in oktober 1943 deed ik wat spulletjes in een doos die ik in een boom een eindje van ons huis hing.
15. Maar nu wilde het toeval dat ik twee dagen later een eindje verderop in Harlem moest zijn, in een stadsmoestuin, aangelegd op een leegstaand stuk grond. Ik zat er te luisteren naar Tony, die me vertelde over de kinderen die daar elke dag heen kwamen.