elkaar dekken in French

elkaar dekken [ɛlkardɛkən] coïncider, concorder, convenir, correspondre

Sentence patterns related to "elkaar dekken"

Below are sample sentences containing the word "elkaar dekken" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "elkaar dekken", or refer to the context using the word "elkaar dekken" in the Dutch - French Dictionary.

1. Het private en het beroepsniveau dekken elkaar volledig.

2. Dekken.

3. Dekken, Upham.

4. We hebben elkaar niet meer gesproken sinds ik hem neerschoot om jou te dekken.

5. Vijf dekken.

6. Vijf dekken, kokkie.

7. Op de dekken 5 en 6.

8. Het kon de kosten niet dekken.

9. Moet ik voor je dekken of niet?

10. Zo een is er op alle dekken.

11. Lyle, help je zus met dekken.

12. Ik bedoel een hele broederschap gaat je dekken.

13. Ja, dochter. Jij zou de tafel dekken.

14. Dit huis en spullen hier dekken het niet, lang niet

15. Er zijn beveiligingscamera's die dat deel van de Seine dekken.

16. Oké, jongens, we gaan liggen Bij drie schieten we om hem te dekken!

17. die een tafel dekken voor de god van het Geluk

18. Dit huis en spullen hier dekken het niet, lang niet.

19. Er zijn genoeg geld in de stam om alle kosten te dekken.

20. Elk „gezin” ontvangt een vaste maandelijkse toelage om de onkosten te dekken.

21. En ik ben er vandaag niet bij om je te dekken.

22. Maar er zal toegangsgeld worden gevraagd om de onkosten te dekken.

23. Hierdoor is het mogelijk geweest goede gebouwen te huren en de congresonkosten te dekken.

24. Daarnaast werkten Paulus en zijn reisgenoten soms parttime om hun eigen kosten te dekken.

25. We hebben hier wat simpele traditionele etiquettetips over hoe je een tafel moet dekken.