elegantie in French
elegantie [eləɤ°ɑnsi] distinction, élégance
Sentence patterns related to "elegantie"
1. Het geeft onze rampspoed zo'n elegantie.
2. Het toonbeeld van verfijnde elegantie.
3. Klein groeien vergt reusachtigheid, en vastberaden afgaan op onverzettelijke elegantie.
4. Arm, te dik, geen gevoel voor stijl of elegantie.
5. Twee jaar later kon hij „met gemak en elegantie” twintig talen vertalen.
6. Rasji schreef Hebreeuws alsof het Frans was, met geestigheid en elegantie.
7. Het higgsboson heeft niet de schoonheid, de symmetrie, de elegantie van de rest van de wereld van de elementaire deeltjes.
8. Vandaag, geliefde president, presenteren wij dit bejaarde gebouw uitgevoerd in een nieuwe afwerking die past bij zijn luisterrijke, historische elegantie — zij het een beetje comfortabeler.