zondag in English

zondag [zɔndɑx] Sunday

Sentence patterns related to "zondag"

1. Zondag

2. Lesmateriaal vierde zondag

3. Het is zondag.

4. Drie doordeweekse dagen en zondag

5. ‘Drie uur, elke zondag!’

6. Te overdenken voor zondag

7. Hoe is je zondag?

8. Frequentie: Drie keer per jaar, op de tweede zondag in januari, de eerste zondag van mei, en de tweede zondag van september.

9. Ik ga aanstaande zondag trouwen.

10. Zondag staan je ballen droog.

11. EERSTE, VIERDE EN VIJFDE ZONDAG

12. Was jij op'n feestje, zondag?

13. Begin de zondag vóór Pasen.

14. We vulden elke zondag het kaartje in.

15. Zie ik je zondag in de mis?

16. We geven altijd inloopetentjes op zondag.

17. De begrafenis is zondag in Chicago.

18. Zondag is weer mijn favoriete dag.

19. In dit leven of hierna, de zondag komt.

20. Elke zaterdag en zondag hield hij ze.

21. ‘Afgelopen zondag was een bijzonder mooie dag.

22. De ZHV is niet slechts een klas op zondag.

23. Diner op zondag en met de kindjes naar het park?

24. Elke zondag gingen wij van huis tot huis.

25. Zoals gewoonlijk was ik er die zondag niet.

26. 16 Zondag Jezus uit de doden opgewekt 128

27. Ze komt altijd op zondag voor reepjes spek.

28. Aangezien dat een zondag is, zullen meer personen aanwezig kunnen zijn.

29. Zondag gaan we erop uit en dan gaan we pret maken.

30. Ze gaat zondag naar Demi en Ashton Oscars feestje.

31. Op zondag stond er een rij voor de deur.

32. In het duister van ons verdriet: de zondag komt.

33. De zondag kan voor elke andere dag in de plaats komen

34. Op zondag bezocht ze vaak haar grootvader in een bejaardenhuis.

35. Op zondag geeft Ollie z' n vriend Haden een feestje

36. Maar één zondag hoorde ik iets wat mijn houding veranderde.

37. Ze vonden het allemaal erg interessant en wilden die zondag ook komen.

38. De zondag kan voor elke andere dag in de plaats komen.

39. Ik herinner me'n zondag, zij en ik waren verdwaald in'n sneeuwstorm.

40. Moedig allen aan zondag een aandeel aan de velddienst te hebben.

41. Ik ging op mijn eerste zondag naar de gemeente Albuquerque 1.

42. De processie gaat telkens door op de eerste zondag van juli.

43. Na het einde van het zaterdagmiddagprogramma repeteerden we ons voor zondag geplande programma.

44. Op een zondag gaf hij me op voor een bokswedstrijd in het park.

45. Wees iedere zondag vriendelijk en aardig voor iemand die u nog niet kent.

46. Ik zal me altijd de zondag aan het eind van de eerste week herinneren.

47. Ik zwom geen wedstrijden op zondag, maar ik boekte nog steeds vooruitgang.

48. De zondag daarna begon mijn vader deel te nemen aan dat werk.

49. In Tonga, een koninkrijk in de Stille Zuidzee, is alle werk op zondag verboden.

50. Op zekere zondag begon ze zich na haar zelfevaluatie somber en pessimistisch te voelen.