zoon van een vorst in English

zoon van een vorst [zonvɑnenvɔrst] prince'sso

Sentence patterns related to "zoon van een vorst"

1. ik ben niet bang van Freya van de Vorst.

2. Elke staat werd semi-autonoom bestuurd door een vorst.

3. Late vorst kan de bloem beschadigen.

4. Haar broer Frederik August was de laatste vorst van Anhalt-Zerbst.

5. Anders bevriest Jack Vorst je neus.

6. □ Wie is Michaël, de grote vorst?

7. Lucky zoon van een teef.

8. 10 Van de priesters: Jeda̱ja, de zoon van Jo̱jarib, Ja̱chin,+ 11 Sera̱ja, de zoon van Hilki̱a, zoon van Mesu̱llam, zoon van Za̱dok, zoon van Me̱rajoth, zoon van Ahi̱tub,+ een leider van het huis* van de ware God, 12 en hun broeders die in het huis werkten, in totaal 822. En Ada̱ja, de zoon van Jero̱ham, zoon van Pela̱lja, zoon van A̱mzi, zoon van Zachari̱a, zoon van Pa̱shur,+ zoon van Malki̱a, 13 en zijn broeders, hoofden van vaderlijke huizen, in totaal 242. En Ama̱ssai, de zoon van Aza̱reël, zoon van A̱hzai, zoon van Mesille̱moth, zoon van I̱mmer, 14 en zijn broeders, die sterke, moedige mannen waren, in totaal 128. Hun opziener was Za̱bdiël, lid van een vooraanstaande familie.

9. 10 Van de priesters waren er Jeda̱ja, Jo̱jarib, Ja̱chin,+ 11 Aza̱rja, de zoon van Hilki̱a, zoon van Mesu̱llam, zoon van Za̱dok, zoon van Me̱rajoth, zoon van Ahi̱tub, een leider van het huis* van de ware God, 12 Ada̱ja, de zoon van Jero̱ham, zoon van Pa̱shur, zoon van Malki̱a, Ma̱sai, de zoon van Adi̱ël, zoon van Jahze̱ra, zoon van Mesu̱llam, zoon van Mesille̱mith, zoon van I̱mmer, 13 en hun broeders, hoofden van de vaderlijke huizen, 1760 sterke, bekwame mannen die beschikbaar waren voor de dienst in het huis van de ware God.

10. Er is een vorst opkomst en de feeënstof boom is in gevaar.

11. "Het spijt me," zegt hij tegen de vorst.

12. Hij was in personele unie de soevereine vorst van het Vorstendom Neuchâtel.

13. M'n zoon van 15 heeft een hersenverlamming.

14. We kunnen de feeënstofboom rijpen, voordat de vorst het raakt.

15. De zoon van Stark heeft een leger.

16. Aldus de bastaard zoon van een god.

17. Nog een zoon.

18. Ik ben een vriend van uw zoon.

19. Het heeft een zoetige smaak, net als die van een vorst- gebeten aardappel, en ik vond het beter gekookt dan geroosterd.

20. Mijn zoon zal een begrafenis van een held krijgen.

21. Zoon van Nun.

22. + 13 Maar de vorst+ van het koninkrijk Perzië bood me 21 dagen lang tegenstand.

23. Dit is het aantal dagen van vorst in het zuiden van Zwitserland van de laatste 100 jaar.

24. De zoon van de horlogemaker werd een horlogemaker

25. de zoon van Ko̱sam,