zorgen in English

zorgen [zɔrɤ°ən] care, see, takecare, worry worries

Sentence patterns related to "zorgen"

Below are sample sentences containing the word "zorgen" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "zorgen", or refer to the context using the word "zorgen" in the Dutch - English Dictionary.

1. Geen zorgen.

2. Moeders zorgen voor de kinderen, zorgen voor de woning.

3. Ik maak me zorgen.

4. Maak je geen zorgen.

5. Deelt Odin jouw zorgen?

6. Je maakt je zorgen.

7. waar mijn zorgen niet bestaan.

8. Ik moet voor Joey zorgen.

9. Wij moeten voor ze zorgen.

10. Maakt u zich geen zorgen.

11. Ik maakte me zo'n zorgen.

12. En dat baarde echt zorgen.

13. Jij moet voor rust zorgen.

14. De verdonkeringen maken iedereen zorgen.

15. Hij maakt zich geen zorgen.

16. Zegt men niet dat gedeelde zorgen, halve zorgen zijn en geluk delen het zal verdubbelen?

17. Daarom maakte George zich geen zorgen.

18. ♫ dat ze al haar zorgen

19. Familie moet voor elkaar zorgen, toch?

20. die nu onze zorgen begrijpen kan.

21. Je moet voor de twijg zorgen.

22. We zorgen ook voor voldoende ontspanning.

23. Ze kunnen meteen voor zichzelf zorgen.

24. Ik wil voor je kunnen zorgen.

25. Daar zorgen de Duitsers wel voor.

26. Maak je geen zorgen, Heilige Vader.

27. De eerste is voor elkaar zorgen.

28. Nee, nee, maak je geen zorgen.

29. Een gezagdrager moet zorgen voor privacy.

30. Nu moeten we voor vrede zorgen.

31. Het zegel baart me ook zorgen.

32. Ik zou er geen zorgen over.

33. Maak je zorgen om jezelf, klootzak.

34. Ik maak me zorgen om jou.

35. Waarom maakte Jezus zich grote zorgen?

36. Maak je er geen zorgen om.

37. Maak je maar geen zorgen, schatje.

38. Mam, je maakt je teveel zorgen.

39. Iets waar niemand voor kan zorgen.

40. Deze rivieren zorgen jaarlijks voor overstromingen.

41. Wij hebben pijnen, teleurstellingen en zorgen.

42. Je maakt je te veel zorgen.

43. Maak je geen zorgen over Ben.

44. Als u zich nu op spiritueel niveau zorgen begint te maken. Maakt u zich dan geen zorgen.

45. Over wiens moraal maak jij je zorgen?

46. Maak je geen zorgen over je schoenen.

47. Het is maar een verdoving, geen zorgen.

48. Men moet zelf voor die omstandigheden zorgen.

49. Minister, zouden mensen zich moeten zorgen maken?

50. We moeten zorgen dat de kleine eet.