inferieur in English
inferieur [infərijør] inferio
Sentence patterns related to "inferieur"
1. Griekenland was weer inferieur aan Medo-Perzië, zoals koper inferieur is aan zilver.
2. En trouwens, het mes aan je slinger was inferieur.
3. In het partnerschap van het huwelijk is niemand inferieur of superieur.
4. Een man die dit doet, zal zijn vrouw stellig niet als inferieur behandelen.
5. Daarom wordt met onderworpenheid van de vrouw aan haar man beslist niet bedoeld dat ze inferieur is.
6. In het huwelijk is geen van de partners superieur of inferieur aan de ander.
7. Ondanks zijn snelheid, was hij inferieur aan Tu-16 in actieradius, wapenlading en onderhoudbaarheid.
8. Misschien voel je je inferieur in geest en lichaam en ben je belast met het gewicht van een geestelijke rekening met achterstallige afbetalingen.
9. Nooit nam Jezus een superieure houding aan tegenover de mensen die hij diende of gaf hij hun het gevoel inferieur te zijn.