influenza in English
influenza [inflywɛnza] flu, grip, influenza
Sentence patterns related to "influenza"
Below are sample sentences containing the word "influenza" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "influenza", or refer to the context using the word "influenza" in the Dutch - English Dictionary.
1. De influenza epidemie in New York, 1679.
2. Daarbij zijn wilde watervogels dragers van alle bekende vormen van influenza.
3. Zo heeft een biotechnologisch bedrijf breed neutraliserende antilichamen voor influenza gevonden alsook een nieuw antilichaamdoelwit op het griepvirus.