infecteren in English

infecteren [infɛkterən] infect communicate

Sentence patterns related to "infecteren"

Below are sample sentences containing the word "infecteren" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "infecteren", or refer to the context using the word "infecteren" in the Dutch - English Dictionary.

1. Hij wil de hele stad infecteren.

2. dat ding zou het hele ziekenhuis kunnen infecteren.

3. Want zelfs als er één of twee mensen besmet worden, kunnen zij niemand infecteren.

4. In andere hadden de ouderlingen de kudde door sektarisme, immoraliteit en lauwheid laten infecteren.

5. Op 15 augustus 2007, Onafhankelijkheidsdag, besloten de kinderen van Riverside om Ahmedabad te infecteren.

6. De gen-drive zou dan op de andere soort over kunnen gaan en Aziatische karpers zouden andere karpers kunnen infecteren.

7. Gehackte content is vaak van slechte kwaliteit en kan ontworpen zijn om gebruikers te misleiden of hun computer of apparaat te infecteren.

8. In juni 1909 testte Nicolle zijn theorie door een chimpansee met tyfus te infecteren, de luizen ervanaf te halen en deze op een gezonde chimpansee te zetten.

9. De dropper tast de grijze doos actief af tot een specifieke configuratie wordt gevonden, terwijl het eigenlijke programma, dat het probeert te infecteren, nog loopt op dat doelwit.