gewend zijn in English
accustom, beinthehabitof
Sentence patterns related to "gewend zijn"
1. Nee, gewoon gewend aan betere criminelen.
2. Ze is gewend aan m'n grote bek.
3. Ik ben aan je gewend geraakt.
4. Je raakt zo gewend dat iets kleins al opvalt.
5. Dit is veel meer familieplezier dan ik gewend ben.
6. Waarom? Mobiele gebruikers zijn gewend dat sites goed functioneren.
7. Hij is eraan gewend om agenten te intimideren.
8. Ik raak nooit gewend aan deze auto.
9. Aan berovingen en overvallen ben ik wel gewend.
10. Net nu ik aan de krekels gewend was.
11. 24 een wilde ezelin die gewend is aan de woestijn,
12. Niet over mezelf, want ik ben redelijk gewend aan mezelf.
13. Het is een vrolijk stel, als je eraan gewend bent.
14. Je bent gewend aan kabelbruggen met grote slaphangende kabels bovenaan.
15. Ben gewend om met Bomb en Arson te zijn.
16. Mijn landgenoten zijn gewend aan de oorlog, niet de realiteit.
17. Drugsverslaafden en -handelaars hebben zich eveneens tot de waarheid gewend.
18. Ik was het zo gewend de Klingons te haten.
19. Maar dat is wat hij gewend is, mensen lopen weg van hem.
20. Ik moet het tegenovergestelde zijn, van wat hij gewend is van zijn bewaarders.
21. Het duurt erg lang voordat sommige mannen gewend zijn aan het rooster.
22. Men raakt snel gewend aan de toestanden in een ander land.
23. Jullie mannen zijn niet gewend dat een vrouw de macht heeft.
24. Het kan al helpen om even iets anders te doen dan u gewend bent.
25. Misschien wel, omdat we er zo aan gewend geraakt zijn met tegenslagen te leven.