doen falen in English
doen falen [dunfalən] abort, quash
Sentence patterns related to "doen falen"
1. Het falen van religie
2. Het is slim falen.
3. Waarom menselijke inspanningen falen
4. We zullen niet falen, generaal.
5. De Führer duldt geen falen.
6. Je moet iets leren over falen, Kuifje.
7. Angst... is waarom je zult falen.
8. ik niet kunnen falen, onder het oog
9. En we zijn best effectief daarin -- falen.
10. We creëren organisaties die kunnen falen, maar op een inschikkelijke manier, met iemand die duidelijk verantwoordelijk is als we falen.
11. Succes leidt tot verbanning en falen tot de dood.
12. (b) In welke zin zal de liefde nimmer falen?
13. Degene die falen hebben altijd nog wel nut.
14. 25 „De verordening van Jehovah” kan niet falen.
15. Ik zal niet falen, ondanks wat u denkt
16. • In welke zin zal de liefde nimmer falen?
17. Als zij falen, dan lijdt de natie letterlijk.
18. Dwaal af en ze zal falen, tot ons aller verderf.
19. Opeens begreep ik waarom zoveel van onze armoedebestrijdingsprogramma's falen.
20. Zijn voornemen kan niet falen; de overwinning is zeker.
21. Hij kan eenvoudig niet falen, en daarom onthult hij in zijn Woord, de bijbel, openlijk veel van wat hij zich voorneemt te doen.
22. Dat is iets ijdels omdat hun streven tot falen gedoemd is.
23. Volgens uw contract, is het falen van dit ding fraude.
24. Als je nooit iets probeert, zal je ook nooit falen.
25. Als we falen, betekent dat het einde van de mensheid.