aanvaarding in English

aanvaarding [anvardiŋ] acceptance, admission accessio

Sentence patterns related to "aanvaarding"

1. Daadwerkelijke omstandigheden, aanvaarding van risico.

2. Ik vraag om kennisname... en aanvaarding van deze maatregels.

3. En ten slotte: word niet aan het wankelen gebracht in je aanvaarding van de verzoening van de Heiland.

4. Aanvaarding van het bestaan van een Schepper staat de wetenschappelijke vooruitgang niet in de weg.

5. In plaats daarvan werd de aanvaarding van de leerstelling grotendeels bepaald door wereldlijke en kerkelijke diplomatie.

6. Ik zal u een eenvoudige manier vertellen waarop ieder van ons de ultieme aanvaarding kan krijgen.

7. Hij zei dat hoop en aanvaarding nodig waren wilde ik ondanks toekomstige terugvallen een zo vol mogelijk leven kunnen blijven leiden.

8. Wil men de aanvaarding en goedkeuring krijgen die men nodig heeft, dan kan men natuurlijk niet te onafhankelijk worden.

9. De wijdverbreide aanvaarding van het begrip lot maakt in feite duidelijk dat de mens de fundamentele behoefte bezit in een superieure macht te geloven.

10. Trouwen is een publieke aanvaarding van iemands verantwoordelijkheid voor zijn kinderen en voor zijn invloed op de vraag wat voor gemeenschap we in de loop der tijd scheppen’, legde hij verder uit.

11. Voor Kronecker was Cantors hiërarchie van oneindigheden ontoelaatbaar, omdat naar zijn mening de aanvaarding van het concept van werkelijke oneindigheid de deur zou openen voor paradoxen die de geldigheid van de gehele wiskunde zouden ondergraven.