struikelen in French

struikelen [strəʏkələn] achopper trébuche

Sentence patterns related to "struikelen"

1. 5 Op klaarlichte dag zul je daarom struikelen

2. Ze struikelen en weten niet waarover.

3. Geef simpele zielen geen reden te struikelen.

4. • Hoe kunnen we vermijden dat ons „rechteroog” ons doet struikelen?

5. Als we struikelen, staan we weer op.

6. ze zullen struikelen en achterover zullen vallen.

7. 4 Jakobus schreef: „Wij allen struikelen vele malen.

8. Ik kan over jullie struikelen en vertrapt worden.

9. En als hij dronken wordt, mag hij niet struikelen.

10. Monnik verstandig, en langzaam, ze struikelen die lopen snel.

11. over een effen weg waarop ze niet zullen struikelen.

12. Jullie hebben velen laten struikelen in verband met de wet.

13. Mensen laten me struikelen of smijten me tegen de muur.

14. „Wij allen struikelen vele malen”, zegt de bijbel in Jakobus 3:2.

15. Midden op de dag struikelen we als in de avondschemering.

16. 9 Nog een voorbeeld is Jehovah’s kijk op iemand die een ander laat struikelen.

17. en voordat jullie voeten in de schemering op de bergen struikelen.

18. Anderen hebben er moeite mee hun tong te beheersen, zodat ze vaak in woorden struikelen.

19. Hij weet dat u zult struikelen, en misschien wel heel vaak.

20. Wie wordt tot struikelen gebracht en ik ontsteek niet in toorn?”

21. Het is beter om te accepteren dat we allemaal ’vele malen struikelen’ (Jakobus 3:2).

22. Als we tekortschieten, en dat gebeurt, of struikelen, en dat kan gebeuren, is er altijd nog bekering en vergeving.

23. Geeft zowel joden als Grieken en de gemeente Gods geen aanleiding tot struikelen” (1 Korinthiërs 10:24-33).

24. Ze zullen een aantal dagen tot struikelen worden gebracht door zwaard en vlam, door gevangenschap en plundering.

25. Anders zou de bruiloft in losbandigheid kunnen ontaarden en aanleiding tot struikelen kunnen geven. — Romeinen 14:21.

26. „Wij allen struikelen vele malen”; een echtelijke kibbelpartij betekent echter bijna nooit het einde van een huwelijk (Jakobus 3:2).

27. Want het pad is steil en soms vol stenen, dus soms zullen ze ontmoedigd raken en zelfs struikelen.

28. Iemand die een ander laat struikelen, zou beter af zijn als hij in zee zou vallen met een molensteen om zijn nek

29. + 42 Maar wie een van deze kleinen die geloven, laat struikelen, kan beter met een molensteen* om zijn nek in zee gegooid worden.

30. Mt 18:8, 9 — We moeten alles vermijden waarover we zouden kunnen struikelen (Aantekening ‘Gehenna’ bij Mt 18:9, nwtsty en woordenlijst)

31. (2) Lees om flexibiliteit in je stem te krijgen, de verzen 48-51 hardop zo snel als je het zonder struikelen kunt.

32. 2 Hij kan beter met een molensteen om zijn nek in zee worden gegooid dan dat hij een van deze kleinen laat struikelen.

33. Maar als iemand zei dat het ’ten offer was gebracht’, zou hij het niet eten teneinde te vermijden iemand tot struikelen te brengen. — 1 Korinthiërs 10:25-29.

34. 3 Het is waar, terwijl wij in de wedloop voortsnellen, tracht Satan ons tot struikelen te brengen of het ons langzamer aan te laten doen (Openbaring 12:17).

35. Maar elk „visioen” dat zulke joodse mannen hadden van een beëindiging van de heidense overheersing over hun land was bedrieglijk, en zij zouden falen, „struikelen”.

36. 6 Maar wie een van deze kleinen die in mij geloven, laat struikelen, kan beter met een molensteen* om zijn nek in de diepte van de zee gegooid worden.

37. Christus bracht een soortgelijke gedachte tot uitdrukking toen hij zei ons te ontdoen van een hand, een voet of zelfs een oog als zo’n lichaamsdeel ons doet struikelen. — Markus 9:43-48.

38. 26 En Hij zal een abanier opheffen voor de natiën van ver, en Hij zal hen vanaf het einde der aarde tot Zich bfluiten; en zie, haastig, ijlings zullen zij ckomen; niemand onder hen zal vermoeid zijn of struikelen.

39. In geen enkel opzicht geven wij enige aanleiding tot struikelen, opdat er geen aanmerkingen op onze bediening gemaakt kunnen worden, maar in elk opzicht bevelen wij ons als Gods dienaren aan” (2 Korinthiërs 5:20–6:4).

40. Hun doel daarbij zal zijn aan te moedigen tot de kijk die weerspiegeld wordt in 2 Korinthiërs 6:3: „In geen enkel opzicht geven wij enige aanleiding tot struikelen, opdat er geen aanmerkingen op onze bediening gemaakt kunnen worden.”

41. Door acht te slaan op de raad uit Gods Woord die luidt: „Nu vermaan ik u, broeders, hen in het oog te houden die, in strijd met de leer welke gij hebt geleerd, verdeeldheid veroorzaken en aanleiding tot struikelen geven, en mijdt hen” (Romeinen 16:17).

42. 20 Wanneer we geconfronteerd worden met personen die afvallige denkbeelden uitdragen, willen we dan ook doen wat Gods Woord zegt: „[Houdt] hen in het oog . . . die, in strijd met de leer welke gij hebt geleerd, verdeeldheid veroorzaken en aanleiding tot struikelen geven, en mijdt hen” (Romeinen 16:17; Titus 3:10).

43. Toen ik 10 was droomde ik ervan om samen met mijn broers en zussen het gif van een vliegen-plakstrip door zijn koffie te roeren, glassplinters over zijn ontbijt te strooien, of het tapijt van de trap los te halen zodat hij zou struikelen en z'n nek zou breken.

44. Jezus zei: „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet zinken” (Mattheüs 18:6).

45. Toen we begonnen met het melkproject, en toen ik begon, kon ik niet voorspeld hebben dat ik zou gaan van het nastreven van politieke dromen en bureauwerk naar het struikelen over een schaduw en dat ik mensen in schilderijen zou veranderen en mensen zou beschilderen in een melkbad.

46. Als het op ons gedrag, onze manier van doen en onze kleding en uiterlijke verzorging aankomt, nemen we Paulus’ woorden ter harte: „In geen enkel opzicht geven wij enige aanleiding tot struikelen, opdat er geen aanmerkingen op onze bediening gemaakt kunnen worden, maar in elk opzicht bevelen wij ons als Gods dienaren aan” (2 Kor.