stuiten in French

stuiten [stəʏtən] rebondi

Sentence patterns related to "stuiten"

Below are sample sentences containing the word "stuiten" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "stuiten", or refer to the context using the word "stuiten" in the Dutch - French Dictionary.

1. 14 Overdag stuiten ze op duisternis

2. De bevolkingsexplosie was niet te stuiten.

3. Op het laatst is ze haast niet meer te stuiten.

4. Dan zijn de nanomites niet meer te stuiten.

5. Vele uren zoeken worden beloond als we op een verdwaalde schat stuiten.

6. De verbreiding van onder andere gonorroe, syfilis en chlamydia is niet te stuiten.

7. Men ging door met het vertalen van de bijbel; de vertalers waren niet te stuiten.

8. 33 Daarom zond Moroni een leger, met hun kamp, om het volk van Morianton te onderscheppen en zijn vlucht naar het noordelijke land te stuiten.

9. Hoewel kwade machten uit zijn op de vernietiging van de kerk, ‘kan geen onheilige hand [...] de vooruitgang van dit werk stuiten.’

10. Waarop zullen wij stuiten als wij de zaden van Koninkrijkswaarheid zaaien, en waarom dienen wij niettemin een positieve houding te behouden?

11. Maar hoe fragiel Jeruzalem er vergeleken met het niet te stuiten Assyrische leger ook mag uitzien, ze zal in leven blijven.

12. Pogingen om noodzakelijk streng onderricht te geven, kunnen stuiten op een met de nodige felheid gegeven herinnering: ’U bent mijn echte ouder niet!’

13. Van 5 oktober 1904 tot 17 oktober 1904 in de slag bij Shaho probeerden de Russen tevergeefs om de Japanse opmars te stuiten met een tegenaanval.

14. Beide routes zouden betekenen dat zij maandenlang blootstaan aan de elementen en gevaar lopen op zowel wilde dieren als op wilde dieren gelijkende mensen te stuiten.

15. De huidige en toekomstige toepassingen van hetastarch,4 grote doses intraveneus geïnjecteerde ijzerdextran,5,6 en de „sonische scalpel”7 zijn veelbelovend en stuiten niet op religieuze bezwaren.

16. God heeft bij monde van zijn profeet gesproken en aan de wereld bekendgemaakt dat ‘de waarheidsvaandel is opgericht’ en dat ‘geen onheilige hand de vooruitgang van dit werk [kan] stuiten.’