schip in French

schip [sxip] bateau, navire

Sentence patterns related to "schip"

Below are sample sentences containing the word "schip" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "schip", or refer to the context using the word "schip" in the Dutch - French Dictionary.

1. Explosies van de torpedovoorraden van het schip vernietigden het schip en het schip brandde tien dagen.

2. Ongeautoriseerde schip lancering.

3. Verlaat het schip!

4. Onbekend schip nadert.

5. Schip raakt ijsberg.

6. Hou schoon schip, Bernard.

7. Het schip arriveert vandaag.

8. Waar op het schip?

9. Het hart van't schip.

10. Een schip en bemanning.

11. Menig schip wordt heengedreven

12. Van wie is dit schip?

13. Hij laat het schip rollen.

14. De jets beschadigden zijn schip.

15. Lichtmatrozen die het schip kapen.

16. Een Bijbelfanaat op dit schip?

17. Ik ga het schip in.

18. Elk schip hiermee wordt een fantoom.

19. Een schip komt snel dichterbij.

20. Dit zit in het schip zelf.

21. Allen zullen het schip moeten verlaten!

22. De Japanners hebben vast'n schip gezonken.

23. Ik ruk dat schip aan stukken.

24. Een beter schip heeft nooit gezeild.

25. Kapitein, leg ons onder dat schip.

26. Het schip zeilt af bij zonsopgang.

27. We gaan terug naar het schip.

28. Tor Degatons strijdkrachten hebben't schip omsingeld.

29. Vier dagen voordat de Japanners jullie schip lieten zinken... voer er een ander schip in dat gebied.

30. Heb je het schip weg zien varen?

31. Heb je een schip en bemanning over?

32. Maar helaas, het schip was al weg!

33. Hun schip zeilde langs de kust.

34. Jij kent het schip beter dan iedereen.

35. Later exporteerde het schip olie uit Iran.

36. Mijn schip heeft verschillende regimenten aan boord.

37. Klaaglied over zinkend schip Tyrus (1-36)

38. Hij koerst het schip naar de embargolijn.

39. Ik weet waar elk schip zich bevindt.

40. Mag ik eens in uw schip kijken?

41. We hebben teveel van het schip gevergd.

42. Dit schip zou meteoor bestendig moeten zijn.

43. Er wordt brand gemeld door een schip.

44. Je schip is niet helemaal in orde...

45. ♪ En het laatste schip vertrekt ♪

46. Ik ga niet van m'n schip af.

47. Dit schip heeft 14 lange afstand Transporters.

48. De volgende ochtend meerde het schip aan.

49. Ik kan niet terug naar het schip.

50. Maak je klaar om het schip te verlaten.