ontwaken in French

ontwaken [ɔntwakən] s'éveiller, selever, seréveille

Sentence patterns related to "ontwaken"

1. De boom lijkt te ontwaken in een kleed van zachtroze of witte bloesem. — Prediker 12:5.

2. Ja, het is de hoogste tijd om uit de slaap te ontwaken!

3. Ja, de geestelijke dronkaards van Juda kregen bevel te ’ontwaken’, nuchter te worden.

4. Om het juiste perspectief te krijgen, dienen zij ’te ontwaken en nuchter te worden op een rechtvaardige manier’.

5. Vanaf het moment dat ze ontwaken... Leggen zij zich toe op wat zij nastreven.

6. Ik sliep gewoonlijk beneden omdat ik vroeg zou ontwaken om voor de paarden te zorgen.

7. „Er zullen er velen zijn van hen die in de stofbodem slapen, die zullen ontwaken.” — Daniël 12:2.

8. (b) Hoe was het voor sommige gezalfden die herleefden, niettemin een ontwaken „tot smaadheden en tot afschuw voor onbepaalde tijd”?

9. Dan pas, als ze ziet dat Jehovah’s beslissing tegen haar ten uitvoer wordt gebracht, zal ze ’ontwaken’ uit haar dronken roes.

10. + 2 Velen van hen die in het stof van de aarde slapen, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven en anderen tot schande en eeuwige verachting.

11. Hoe was datgene wat deze groep in 1919 meemaakte, een vervulling van de profetie dat „velen . . . van hen die in de stofbodem slapen, . . . zullen ontwaken”?

12. Toen Paulus echter dor hout op het vuur legde, deed de hitte een adder uit de winterslaap ontwaken en het reptiel beet zich aan zijn hand vast.

13. Daniël 12:2 brengt dit thema even ter sprake: „Er zullen er velen zijn van hen die in de stofbodem slapen, die zullen ontwaken, dezen tot leven voor onbepaalde tijd en die tot smaadheden en tot afschuw voor onbepaalde tijd.”

14. 2 De engel vertelt Daniël: „En er zullen er velen zijn van hen die in de stofbodem slapen, die zullen ontwaken, dezen tot leven voor onbepaalde tijd en die tot smaadheden en tot afschuw voor onbepaalde tijd” (Daniël 12:2).