nobel in French

obel [nobəl] élevé, noble

Sentence patterns related to "nobel"

1. Geen nobel paard meer dus.

2. Dat is nobel.

3. Ik vind het nobel.

4. Lang genoeg nobel geweest?

5. Uw bloed is nobel.

6. Ik ben noch nobel noch een held.

7. 8 Maar wie nobel is heeft nobele bedoelingen

8. Hij is net zo nobel als jij.

9. Dit is een nobel streven dat jullie hebben uitgezocht, dames.

10. Ik weet het niet meer, maar wellicht iets goed en nobel.

11. En waar zou een dappere ridder zijn zonder zijn nobel paard?

12. Het is de geboorteplaats van Nobel fysicus Zhores Alferov.

13. Wat een nobel ding is dat lied in de vissen's buik!

14. Niet erg nobel om een vrouwe van oneerlijkheid te beschuldigen.

15. Ser Alliser Thorne is niet slechts een ridder, hij is een nobel man.

16. Kun je één keer in je onsterfelijke leven wat minder nobel zijn?

17. Lijst van Israëlische Nobelprijswinnaars (en) The Nobel Prize in Chemistry 2004.

18. In 1975 werd hij lid van de Nobel Foundation Board of Directors in Zweden.

19. Als je dit formulier ondertekent... doneer jij je lichaam aan een nobel doel.

20. Het maakt niet uit hoe nobel je doel is, dat zal altijd een feit blijven.

21. De eerste code van Camelot zegt. Enkel die met nobel bloed kunnen dienen als ridder.

22. In deze tijd lijkt het misschien hopeloos onrealistisch te verwachten dat mensen zich allemaal nobel of eerzaam gedragen.

23. En een journaliste schreef: „Altijd de waarheid en niets dan de waarheid spreken is een nobel ideaal, maar wel saai.”

24. Er was iets zo nobel en puur in Bills visie, dat de Jedi's zich geïnspireerd voelden om meer dan soldaten te zijn.

25. In 2005 werd Oliva, samen met vijf andere Hondurese vrouwen, genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede, als onderdeel van het Thousand Women For The Nobel Peace Prize project.