niet‐ingewijde in French
laïc
Sentence patterns related to "niet‐ingewijde"
1. Het is ook niet niet niet niet grappig.
2. Niet drinken, niet rijden.
3. niet verzorgd,* niet verbonden en niet verzacht met olie.
4. School niet, huwelijk niet, niets.
5. Niet gepasteuriseerd, dus niet smerig.
6. Drijf niet af, zwalk niet, scharrel niet rond, wees voorzichtig.
7. Ze reageert niet, uitzetten lukt niet.
8. ‘Zwakke versterkt gij niet, zieke geneest gij niet, gewonde verbindt gij niet, afgedwaalde haalt gij niet terug, verlorene zoekt gij niet (...).
9. Niet goedgekeurd, maar ook niet illegaal.
10. Wie niet waagt, die niet wint.
11. Niet op't bad, niet op't lichaam.
12. Niet als we Sara niet hebben.
13. schrijf me niet af, nog niet
14. Eet en drink drie dagen niet,+ overdag niet en ’s nachts niet.
15. Maar het meisje verroert zich niet, ze lacht niet, ze fronst niet.
16. " Je was er niet bij, begin niet. "
17. "Je was er niet bij, begin niet."
18. Je belt niet en neemt niet op.
19. Niet de Nachtwacht, niet de Wildlings, niemand.
20. Hun toverstokken niet ze niet meer beschermen.
21. Zo niet, geef het dan niet op.
22. Vloek niet en luister niet naar godslastering.
23. Wees niet bang en geneer u niet.
24. Maak je niet druk, ik stop niet.
25. Ik zei niet dat hij niet bestaat.