leuk in French

leuk [løk] amusant, drôle

Sentence patterns related to "leuk"

1. Leuk geprobeerd.

2. Best leuk.

3. Leuk voor hem.

4. Maar niet leuk genoeg?

5. Wat minder leuk is,

6. Leuk gedaan, tijger.

7. Ze was leuk.

8. Leuk je te ontmoeten.

9. Dit is niet leuk.

10. Leuk snoepreisje voor je.

11. Peter, leuk je te zien.

12. Leuk om je te zien.

13. We maken het samen leuk.

14. Maar het was erg leuk.

15. Wat is er zo leuk?

16. Leuk begin van een oorlog.

17. Leuk, meiden die tellen.

18. Ik ben leuk, eng.

19. Is dat leuk bedoeld?

20. Dat is niet leuk.

21. Was dat niet leuk?

22. Kleed u leuk aan.

23. Dat leek me leuk.

24. Ik vind dat leuk.

25. Leuk, wat je deed.

26. Dat klinkt leuk.'Opslagplaats'.

27. Toch een leuk spel, nietwaar?

28. Seks met je was leuk.

29. Ik vind dit niet leuk.

30. De Meester vind je leuk.

31. De sponsoren vinden hem leuk.

32. Amusement kan nuttig en leuk zijn.

33. Dus niet alleen een leuk gezicht.

34. Leuk, maar je bent geen vrouwenhater.

35. Het begint net leuk te worden.

36. Dat moet om leuk te zijn.

37. Leuk dat Virtanen een vrouwtje stuurt.

38. Ik was leuk en geestig gezelschap.

39. Ik weet wel een leuk bordeel.

40. (Man): Vind je dat leuk?

41. Leuk je gesproken te hebben.

42. Hij is niet zo leuk.

43. Dat ziet er leuk uit.

44. Mooie schouderpartij en leuk gezicht.

45. Omdat zij dat leuk vinden.

46. Leuk tekenfilms met hem kijken.

47. Organische chemie is zo leuk.

48. Het zal niet leuk zijn.

49. Vinden jullie dat echt leuk?

50. Leuk om dat rond te vertellen.