levend in French

levend [levənt] vivant vivant

Sentence patterns related to "levend"

1. Levend begraven.

2. Levend verbrand.

3. Ze levend begraven?

4. Zamacois, Levend doode.

5. Breng me Cage, levend.

6. Je moet wel levend aankomen.

7. Ik vil je levend.

8. En verbrandde hem levend.

9. Die gasten villen je levend.

10. Je verlaat dit gebouw niet levend.

11. Niemand heeft je levend gezien.

12. Gemodificeerd en opgeleid tot levend wapen.

13. Die wilde jou toch levend begraven?

14. Beter dood, dan levend en ongelukkig zijn.

15. Die explodeert en dan verbranden we levend.

16. Dus je hebt haar levend gevild.

17. Het hof wil de prins levend... Jij...

18. Hem niet levend verbranden naast zijn zoon?

19. Heeft haar ritueel al levend zaad opgeleverd?

20. Zeven mensen levend verbrand in het vuur.

21. Ze kunnen ons niet levend begraven hier.

22. Ik wil hem levend, hoor je me?

23. De kinderen van de overwonnenen werden levend verbrand.

24. Binnenkort gaat hij dode mensen weer levend maken.

25. Ze willen alleen hun kind levend terug.

26. Ik kon dood meer betekenen dan levend.

27. Laura Garas is ontvoerd en levend begraven.

28. Vinden en levend vertrekken zijn verschillende dingen.

29. Die krijg je zelden levend in handen.

30. Bij deze gelegenheid ving hij vier man levend.

31. Het is een levend overblijfsel uit een ver verleden.

32. Je krijgt de beloning als ik haar levend vind.

33. Je bedoelt dus eigenlijk dat je levend begraven wordt.

34. Levend is die man daar me veel waard.

35. De schitterende apocalyptische hoop is nog steeds levend!

36. Het lijkt erop dat ze levend begraven was.

37. Bij autopsie bleek dat ze levend begraven waren.

38. De bijtende substantie at hem letterlijk levend op.

39. Ze wordt dood of levend gezocht voor moord.

40. Ze vilden mensen levend om hen te laten praten.

41. Als we hier levend vandaan komen, vermoord ik je.

42. Voor Jehovah is een ongeboren kind een levend persoon.

43. Een levend en dood menselijk lichaam hebben eenzelfde aantal deeltjes.

44. Sorry dat ik stoor, maar ik wil je dochter levend.

45. Ze zal wel schreeuwen, als we haar levend villen.

46. In 1140 werd hij vanwege zijn overtuigingen levend verbrand.

47. De regering en de inlichtingendiensten... wilden hem levend gevangennemen.

48. Derde transformatie: levend naar dood – maar deeg naar brood.

49. En ik zal zorgen dat je levend begraven wordt

50. Ze hebben daar ' n vergiftigde toga, daarin verbrand je levend