jacht maken op in French
jacht maken op [jɑxtmakənɔp] chasse
Sentence patterns related to "jacht maken op"
1. Dus psychopaten maken jacht op slechteriken?
2. Ik zou je nooit dwingen om jacht op hem te maken.
3. Ik moet op jacht.
4. Hij is op jacht naar duizendpoten.
5. Otonycteris, de woestijn grootoorvleermuis, is op jacht.
6. Ze denkt dat ik op mijn jacht zit.
7. Hij geniet ervan, alsof hij op jacht gaat.
8. Binnenkort zit ik ook op zo'n jacht.
9. Goede jacht, jongens!
10. Hij wil met me dineren op het jacht.
11. Geen jacht zo mooi als die op een man.
12. Zijn jacht!
13. Op jacht naar het medicijn voor de hoogste bieder.
14. Tegenwoordig opent men de jacht op beschamende geheimen.
15. Hij wacht op een teken van zijn jacht.
16. Maar hyena’s gaan voor voedsel niet altijd op jacht.
17. Luxe jacht tijdschrift?
18. De jacht op soorten tot ze uitsterven, is onlogisch.
19. Dat is Lukes jacht.
20. Als gevolg hiervan werd de jacht op de Getuigen geïntensiveerd.
21. Hebt u een jacht?
22. Dit was een jacht op apen, met in curare-gif gedoopte pijlen.
23. De Bijbel vergelijkt Satan met een brullende leeuw die op jacht is.
24. In feite, waarom zit je niet op een jacht in de Kaaimaneilanden?
25. Diana, de godin van de jacht.