iris in French
iris [irəs] iris
Sentence patterns related to "iris"
1. Zodra Ui de deur uitloopt, stopt Iris met huilen.
2. Vlak naast Iris bevindt zich de mucinelaag, die alles vasthoudt.
3. Iris Bentley schreef over de zaak in het boek Let Him Have Justice:
4. 1 Kamerwater is een heldere vloeistof die de lens, de iris en de binnenkant van het hoornvlies voedt.
5. Jammer dat het niets is geworden tussen jullie, Iris, maar maak je geen zorgen.
6. Trachoom kan blindheid teweegbrengen doordat het littekens veroorzaakt op het hoornvlies — het doorzichtige deel van het oog vóór de iris.
7. Daarbovenop zit de waterlaag, die Iris gehydrateerd houdt, invasieve bacteriën afstoot en haar hoornvlies beschermt tegen beschadiging.
8. Ik wil niet in de problemen komen, maar, ik zag hem en Iris een paar nachten geleden ruzie hebben bij de toiletten.
9. Boeren zullen misschien binnenkort de gele iris en de lisdodde inzetten bij hun pogingen om het vervuilen van waterlopen met pesticiden en herbiciden te vermijden.