innemend in French
innemend [inemənt] sympa, sympathique charmant, gentil, mignon, ravissant
Sentence patterns related to "innemend"
1. je woorden zijn innemend.
2. „Laat uw spreken steeds innemend zijn”, luidt de bijbelse raad (Kolossenzen 4:6, Willibrordvertaling).
3. Hij pakt met een brede glimlach mijn hand, en zijn gezicht is innemend en vriendelijk.
4. Het duidt op vloeiend of aangenaam en innemend spreken, waarbij de woorden er gemakkelijk of vlot uitkomen.
5. Wanneer we ons bij het gebruik van onze tong door die wijsheid laten leiden, zullen onze woorden anderen waardigheid verlenen en innemend en opbouwend zijn, als „gouden appels in zilver beeldsnijwerk”, precies passend bij de situatie (Spreuken 25:11).