het in French

het [ət] àl', àla, au, aux, lui la, le, les, l' elle, il, lui la, le, l'

Sentence patterns related to "het"

1. Jij denkt het, het pak doet het.

2. Het is het toppunt, het is het uiteindelijke product dat het universum heeft geproduceerd.

3. Het was het omgekeerde van het scheppingsproces.

4. Het is gewoon het natuurlijke proces van het lichaam als het faalt.

5. Het was het paradijs:

6. Het stelpt het bloeden.

7. We noemden het Het Gebouw Van Het Volk.

8. Het is eigenlijk het hart van het kapitalisme

9. Pak het, pak het

10. Het activeerde het alarm.

11. Het is de spil, het is biologie, het is het natuurlijke instinct.

12. Toen het judaïsme het hedendaagse tijdperk binnenging, viel het uiteen in groeperingen van het liberale, het conservatieve en het orthodoxe jodendom.

13. En het ́zelf ́ is niet het enige; het is niet eens het meeste.

14. En het 'zelf' is niet het enige; het is niet eens het meeste.

15. I achten het nodig het vuur het openen en gaf daarbij het bevel.

16. In het Noors noemt men het zelfs 'het maagdenmembraan'.

17. Het is het levende bewijs, hij had het mis.

18. Hoelang duurt het voor het verleden het heden beïnvloedt?

19. 7 Het eerste lot viel op Jo̱jarib, het tweede op Jeda̱ja, 8 het derde op Ha̱rim, het vierde op Se̱orim, 9 het vijfde op Malki̱a, het zesde op Mi̱jamin, 10 het zevende op Ha̱kkoz, het achtste op Abi̱a,+ 11 het negende op Je̱sua, het tiende op Secha̱nja, 12 het 11de op E̱ljasib, het 12de op Ja̱kim, 13 het 13de op Hu̱ppa, het 14de op Jese̱beab, 14 het 15de op Bi̱lga, het 16de op I̱mmer, 15 het 17de op He̱zir, het 18de op Happi̱zzes, 16 het 19de op Petha̱hja, het 20ste op Jehe̱zkel, 17 het 21ste op Ja̱chin, het 22ste op Ga̱mul, 18 het 23ste op Dela̱ja, het 24ste op Maä̱zja.

20. 19 De fundamenten van de stadsmuur waren met allerlei edelstenen versierd: het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, 20 het vijfde sardonyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint en het twaalfde amethist.

21. Het gaat niet over het omverwerpen van het kapitalisme.

22. Het zal het niet genezen, maar het zorgt ervoor dat het niet vaak terugkomt.

23. Het was het verkeerde nummer.

24. Het wonder van het struisvogelei

25. Het eind van het logboek.

26. Stuur het naar het hoofdkwartier.

27. Het paradijs is het tegenovergestelde.

28. Het kwam uit het niets.

29. Het hoort bij het avontuur.

30. Het leger krijgt het door.

31. Het was op het nippertje.

32. Het is het fundament van...

33. Het lijkt het lot, nietwaar?

34. Het maakte het nog erger.

35. Het is het niet eten.

36. Het Noorden of het Zuiden?

37. Het geheim is het stembiljet.

38. Het is het zeker waard!

39. Het huwelijk is een gezamenlijk streven naar het goede, het mooie en het goddelijke.

40. Het zit in het raamkozijn.

41. Het is echt het lot!

42. Het is het ultieme verraad.

43. Het middelpunt van het doolhof.

44. Het zat in het wasmiddel?

45. Het symbool op het ruimteschip,

46. Kan het na het feest?

47. Het lijkt op het heden.

48. Het lichaam leert, het onthoudt.

49. Het is het Charity Shield.

50. Op het bureau, het nummer!