echtpaar in French

echtpaar [ɛxtpar] couple, époux, marietfemme

Sentence patterns related to "echtpaar"

1. Wat deed het echtpaar?

2. Had je een ouder echtpaar gewild?

3. Eén echtpaar is als mijn geestelijke ouders.

4. Neem bijvoorbeeld Steven en Olive, een echtpaar.

5. Eén echtpaar bijvoorbeeld zat in een fastfoodrestaurant.

6. Welke beproevingen onderging een echtpaar in Polen?

7. 13 Een echtpaar gaf een collega informeel getuigenis.

8. Hoe houdt dit verband met het jonge echtpaar?

9. EEN christelijk echtpaar kijkt naar hun pasgeboren kind.

10. Het echtpaar scheidde, maar hertrouwde een paar jaar later.

11. Op 22 december 2006 ging het echtpaar uit elkaar.

12. Vaak moet je zelf beslissen: individueel of als echtpaar.

13. Het huwelijk van een echtpaar dreigde stuk te lopen.

14. Maar drie weken achtereen verschoof het echtpaar de studie.

15. Een echtpaar in Denemarken bijvoorbeeld vergeleek vliegtuigen met vogels.

16. Soms moet je zelf beslissen — persoonlijk of als echtpaar.

17. □ Welk voorbeeld heeft het Sunamitische echtpaar in Elisa’s dagen gegeven?

18. En wat helpt een echtpaar om gelukkig getrouwd te blijven?

19. Het echtpaar stond echter pal en wees die eisen af.

20. De volgende avond werd het echtpaar opgebeld door een vrouw.

21. Dit was het geval met een gepensioneerd echtpaar in Spanje:

22. Het huwelijk van een echtpaar in een oosters land was gearrangeerd.

23. Een echtpaar dat ernstige huwelijksproblemen heeft, moet met hun bisschop praten.

24. Het echtpaar gaf de vrouw maar al te graag een boek.

25. Dit echtpaar had zich ter wille van Paulus aan gevaren blootgesteld.

26. Gelukkig leerde dit echtpaar een les voordat het te laat was.

27. Terecht staat het aan het echtpaar te beslissen hoeveel kinderen zij willen.

28. Moet een echtpaar wier relatie verkoeld is, berusten in een onbevredigend leven?

29. Neem bijvoorbeeld het echtpaar in Argentinië dat aan het begin werd genoemd.

30. Nu zij hun financiële aangelegenheden beter hadden geregeld, was het echtpaar gelukkiger.

31. Een Getuige-echtpaar bood aan discipelen te gaan maken onder Poolssprekende immigranten.

32. Terwijl de ouderling zich met het echtpaar onderhield, wachtte zijn vrouw geduldig.

33. Het huwelijk van een echtpaar op de Solomoneilanden dreigde stuk te lopen.

34. Nadat de Getuigen wat bijbelse lectuur bij het echtpaar hadden achtergelaten, vertrokken zij.

35. Een Getuige-echtpaar werd door een oudere vrouw van het eiland koel ontvangen.

36. 19 In Engeland vroeg een echtpaar dat problemen had twee ouderlingen om hulp.

37. Nu jaren later zijn dit echtpaar en hun drie kinderen sterk en getrouw.

38. EEN echtpaar op de Filippijnen kostte het twee dagen om er te komen.

39. Het echtpaar merkte op: „Mensen die zulke muziek componeren, doen dat niet anoniem.”

40. Later kreeg hij bezoek van een echtpaar en werd er een bijbelstudie opgericht.

41. ‘Jawel’, antwoordde hij, ‘aan de overkant, een paar huizen verderop woont een bejaard echtpaar.’

42. Neem bijvoorbeeld het geval van Shugo en Mihoko, een echtpaar dat voortdurend huwelijksproblemen had.

43. Welke fouten maakte het echtpaar dat aan het begin van het artikel werd geciteerd?

44. Een echtpaar besloot te stoppen met een paar hobby’s en niet-noodzakelijke persoonlijke projecten.

45. Een echtpaar dat een pension heeft, laat een mismaakt man in hun huis verblijven (122).

46. EEN Braziliaans echtpaar lag al in bed toen zij hoorden dat dieven bij hen inbraken.

47. Een huwelijk kan alleen lang en gelukkig zijn als het echtpaar leiding van Jehovah aanvaardt.

48. Het echtpaar glimlachte en zei: ‘We vroegen ons al af wanneer u dat ging vragen.’

49. Neem nu het geval van Hakan en Inger, een al wat ouder echtpaar in Zweden.

50. Bud Miller en zijn vrouw, Joan, was het volgende echtpaar dat in onze kring diende.