Ezechiël in French

Ezéchiel

Sentence patterns related to "Ezechiël"

1. Ook dat was voorzegd, en wel door Ezechiël. — Ezechiël 26:4, 12.

2. Het boek Ezechiël omvat vier delen.

3. Ezechiël richt zich tot Tyrus met de woorden: „Uw hart werd hoogmoedig wegens uw vermogen” (Ezechiël 28:5).

4. EZECHIËL is nu zes jaar in ballingschap.

5. Een globale indeling van het boek Ezechiël:

6. 13 Ezechiël beschrijft wat er gaat gebeuren.

7. Wat is de betekenis van wat Ezechiël uitbeeldde?

8. Het Wachttoren-artikel ging over de aanval van ’Gog van Magog’, die in het profetische boek Ezechiël wordt genoemd (Ezechiël 38:1, 2).

9. Ezechiël werd in 617 v.Chr. in ballingschap weggevoerd.

10. Welke drie thema’s worden in het boek Ezechiël beklemtoond?

11. EZECHIËL staart in de verte, over een enorme zandvlakte.

12. Ezechiël ziet in een visioen een vallei vol met beenderen.

13. Welk opmerkelijke tafereel wordt in Ezechiël 37:1-4 beschreven?

14. Hoe heeft Jehovah de profetie in Ezechiël 11:19 vervuld?

15. 4 Allereerst wordt Ezechiël naar „een zeer hoge berg” gebracht.

16. Ezechiël noemde het elektrum, een legering van zilver en goud.

17. In een visioen werd Ezechiël neergezet in een vallei vol botten.

18. De profetieën die Ezechiël bekendmaakte, hebben soms meer dan één vervulling.

19. Laten we ons eens verdiepen in wat Ezechiël hoort en ziet.

20. Maar over het algemeen focusten Ezechiël en Paulus op andere dingen.

21. 4 Ezechiël voorzei een veertigjarige periode dat Egypte woest zou liggen.

22. Jehovah’s Getuigen zijn vastbesloten hen te vinden. — Vergelijk Ezechiël 9:4.

23. Ezechiël krijgt ook informatie over een bijzondere stad met een intrigerende naam.

24. Hoe zou Jehovah ervoor zorgen dat Ezechiël voor zijn toewijzing berekend was?

25. Wat zag Ezechiël afvallige vrouwen bij een van de tempelpoorten doen?

26. Ezechiël woonde met andere ballingen aan de Kebar (Zie alinea 4)

27. Dus zei God Ezechiël dat hij tegen deze leugenachtige boodschappers moest profeteren.

28. Uit de tempel vloeit water, dat een stroom wordt (Ezechiël 47:1).

29. ENKELE rabbi’s uit de oudheid waren niet helemaal gelukkig met het boek Ezechiël.

30. Na gehoor gegeven te hebben aan Gods instructies om deze „boekrol” op te eten, merkte Ezechiël op: „Ze werd in mijn mond als honing zo zoet” (Ezechiël 3:1-3).

31. Voor Ezechiël moet deze ervaring geloofversterkend, overweldigend en misschien zelfs verbijsterend zijn geweest.

32. 25 Welk effect had de uitbeelding van de glorie van Jehovah op Ezechiël?

33. Broeder Lett begon met een enthousiaste bespreking van Jehovah’s hemelse wagen uit Ezechiël.

34. Nadert geen enkele man op wie het kenteken is.’” — EZECHIËL 9:4, 6.

35. „De ziel die zondigt, díe zal sterven”, verklaart Ezechiël 18:4 en 20.

36. Het Zaad zou nog steeds in Davids geslachtslijn komen. — Ezechiël 21:25-27.

37. Hij gaat de tempel binnen en verzekert Ezechiël dat Hij daar zal verblijven.

38. FOCUS: Wat we leren van de beschrijving van de hoeren in Ezechiël en Openbaring

39. Maar nadert geen enkele man op wie het kenteken is.’” — Ezechiël 9:1-6.

40. En welke lessen kunnen er worden geleerd uit latere hoofdstukken van het boek Ezechiël?

41. STEL dat je net zoiets meemaakt als de profeet Ezechiël ruim 2500 jaar geleden.

42. Ware christenen zullen worden gered, en Gogs menigte zal vernietigd worden. — Ezechiël 39:11.

43. Evenzo worden in de Schrift afgoden vaak aangeduid als „drekgoden” (Deuteronomium 29:17; Ezechiël 6:9).

44. Dat de boekrol een zoete smaak voor Ezechiël had, kwam door zijn instelling tegenover zijn opdracht.

45. □ Welke afvallige handelingen zag Ezechiël in Jeruzalem, en welke uitwerking moet dit visioen op ons hebben?

46. Daar, in 37 vers 16, zegt Jehovah tot Ezechiël dat hij twee stukken hout moet nemen.

47. Vóór 607 v.Chr. — Jesaja, Jeremia en Ezechiël waarschuwen Gods volk, maar de afval blijft groeien

48. Zij kwamen dus weer tot leven, „een zeer, zeer grote krijgsmacht”. — Ezechiël 37:5-10.

49. Later werd zijn boodschap ook tot de heidense natiën rondom gericht. — Ezechiël hfdst. 25–32.

50. (b) Wat moest Ezechiël, die een soortgelijk visioen had, opeten, en welke uitwerking had dit?