zich excuseren in English

zich excuseren [zixɛkskyzerən] askforgiveness, excuseoneself

Sentence patterns related to "zich excuseren"

1. Kunt u me even excuseren?

2. Maar ik kan me er niet voor blijven excuseren, mam.

3. En ik ben laat voor de lunch, dus als jullie me excuseren...

4. Ik wil mij excuseren om u van uw werk te moeten halen.

5. De rechtbank is akkoord om jurylid nummer acht te excuseren van dienst, wegens verzachtende persoonlijke omstandigheden.

6. ’Zich krachtig inspannen’ houdt in zich grote moeite te getroosten, zich volledig in te zetten.

7. Waaraan maakte Diotrefes zich schuldig, maar hoe gedroeg Gajus zich?

8. Mensen verzetten zich.

9. Wie onthoudt zich?

10. Het ontvouwt zich.

11. De komma haast zich en plaatst zich voor het voegwoord.

12. Hij verveelt zich.

13. Hij ontwikkelt zich.

14. ’Hij haast zich’

15. Velen verzetten zich ertegen en brachten aldus gewelddadige vervolging over zich.

16. De waarheid zal zich enkel ontvouwen als... als je kaak zich opent en je tong zich ontvouwt in liederen

17. Ze mogen zich aankleden.

18. Iedereen kan... zich vergissen.

19. Hoedt u zich hiervoor?

20. Ze trekken zich terug.

21. Terry verantwoordt zich nooit.

22. De aardgaslobby verzet zich.

23. Redt zij zich wel?

24. Mensen voelen zich overweldigd.

25. Die gedroeg zich voorbeeldig.