zich kwaad maken in English

zich kwaad maken [zixkwatmakən] getangry

Sentence patterns related to "zich kwaad maken"

1. Probeer je Foreman kwaad te maken?

2. Mensen stenigen die je kwaad maken mag, hè?

3. Moet je de baas per se kwaad maken?

4. Wanneer er onrecht wordt gepleegd, maken we ons kwaad.

5. „Ik kan me daar zo kwaad om maken”, zegt ze.

6. Wanneer zal God een eind maken aan het kwaad op aarde?

7. Hij maakt zich onmiddellijk kwaad, want hij denkt aan de vele keren dat de jongen het maken van zijn huiswerk heeft uitgesteld.

8. Als je iemand niet kwaad wilt maken, is het Whip wel.

9. Mogen wij het kwaad blijven weerstaan, waar het zich ook voordoet.

10. ZAL Jehovah ooit een eind maken aan het kwaad en lijden op aarde?

11. Velen brengen offers aan voorouders of geesten om zich tegen kwaad te beschermen.

12. Wat zijn de zeven sociale processen die het hellend vlak van het kwaad nog glibberiger maken?

13. Bepaalde mediaproducties verheerlijken mensen die het kwaad omarmen of zich overgeven aan vleselijke instincten.

14. Minister, zouden mensen zich moeten zorgen maken?

15. Maak me niet kwaad.

16. Het noodzakelijke kwaad.

17. Dit kwaad duikt altijd op op warme dagen als deze, en voedt zich met mensen.

18. Mensen maken zich zorgen over overbevolking; ze zeggen,

19. „Vorderingen maken” betekent „zich voorwaarts bewegen, vooruitgang boeken”.

20. Ik beloof dat als u zich dagelijks in het Boek van Mormon verdiept, u zich immuun kunt maken voor het kwaad van deze tijd, zelfs voor de klauwen van pornografie en de plaag van andere geestdodende verslavingen.

21. In plaats van ’kwaad met kwaad te vergelden’, beheerste hij zijn geest.

22. „Vergeldt niemand kwaad met kwaad”, raadde Paulus de christenen in Rome aan.

23. Al zulke voorbeelden van het verdraaien van het recht kunnen ons kwaad maken en onze innerlijke vrede verstoren.

24. Je bent hartstikke kwaad.

25. Het kan geen kwaad.