zeer doen in English
zeer doen [zerdun] ache, bepainful, hurt
Sentence patterns related to "zeer doen"
1. Alle spieren in mijn lijf doen zeer.”
2. We doen dansjes en figuren Onze voeten zijn zeer capabel.
3. De Democraten doen weer mee in een zeer rode staat.
4. Hun benen beginnen zeer te doen, en ze worden moe.
5. 3 Veel mensen vereren hun voorouders, en sommigen doen dit zeer oprecht.
6. We willen allemaal sterren worden - beroemdheden, zangers, komieken - en toen ik jonger was, leek dat zeer, zeer moeilijk om te doen.
7. Maar woorden, dingen zeggen, kan constructief zijn; het kan ook zeer veel kwaad doen.
8. Weet je, driehoeken zijn zeer, zeer interessant.
9. Soms heb je zeer, zeer lange files.
10. Ik deed tijdens mijn studie een keer een toets toen mijn nek zeer begon te doen.
11. Zeer slim.
12. Zeer grappig.
13. Zeer grappig
14. Zeer vloeistof.
15. Zeer comfortabel.
16. Zeer vervelend.
17. Zeer agressief.
18. Zeer zeker.
19. Zeer beslist!
20. Zeer veilige buurt.
21. Zeer weinig, vrouwe.
22. Zeer getalenteerd. Marinier.
23. Een zeer zware.
24. Zeer goed, hoogheid.
25. Ja, zeer dringend