hypothese in English

hypothese [hipotezə] hypothesis suppositio

Sentence patterns related to "hypothese"

1. Ik stelde een radicale hypothese op:

2. Hij ging zijn hypothese op mensen uittesten.

3. Dus, we beslisten dat we die hypothese moesten uittesten.

4. Oké, dus zijn eerste hypothese is net ontkracht.

5. Dan testen ze de nieuwe hypothese opnieuw enzovoort, enzovoort.

6. Hij had een voor de late jaren 1800 extravagante hypothese.

7. Ik hoopte eigenlijk dat je me kunt helpen met een gekke hypothese.

8. De priemgetalstelling en de eraan verwante Riemann-hypothese zijn hier voorbeelden van.

9. De Riemann-hypothese, die veel definitieve antwoorden zou kunnen geven blijft, nog steeds een open vraag.

10. Voorlopig zal ik jullie proberen te overtuigen van de geschiktheid van deze hypothese, dat we ze serieus mogen nemen.

11. Dus moeten wij de argumenten zo aanpassen dat ze de hypothese ondersteunen dat het leven spontaan is ontstaan.’

12. Eén hypothese volgt volgens mij uit een snelle blik op de gegevens: het idee dat gepolariseerde samenlevingen veel minder tolerant zijn voor globalisatie.

13. Je kan de studie van het menselijke leren van de hypothese-gedreven modus naar de data-gedreven modus omschakelen, wat bijvoorbeeld in de biologie een revolutie was.

14. De Riemann-hypothese gaat over de locaties van deze niet-triviale nulpunten en beweert dat: Het reële deel van elk niet-triviaal nulpunt van de Riemann-zèta-functie is 1/2.

15. En eigenlijk, toen hij een soort psychologische analyse uitvoerde op enkele van de oudste boeken uit de menselijke geschiedenis, kwam Julian Jaynes in de jaren 70 met een wilde en radicale hypothese: slechts 3.000 jaar geleden leek het gedrag van de mensen sterk op wat wij nu schizofrenie noemen.