heden in English

heden [hedən] today

Sentence patterns related to "heden"

1. U leeft in het heden.

2. 'Een goedkope soort van heden!'Dacht Alice.

3. Het lijkt op het heden.

4. De groep is tot op heden actief.

5. Welke vroegere gebeurtenissen hebben het heden bepaald?

6. HET HEDEN Uit hoffelijkheid noem ik je dokter, hoewel...

7. Tot op heden hebben honderden mensen deelgenomen.

8. Heb ik heden m’om het lot van een zwoeger bekreund,

9. Hoelang duurt het voor het verleden het heden beïnvloedt?

10. Heb ik heden m’om ’t lot van een zwoeger bekreund,

11. Ik heb geleerd dat je het heden bij z'n ballen moet pakken.

12. ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ (Matteüs 6:11; zie ook Lucas 11:3).

13. De dogma's van het stille verleden zijn ontoereikend voor het stormachtige heden.

14. Heden ten dage zijn ze deel van het Alaska Maritime National Wildlife Refuge.

15. Hanna’s godvruchtige reactie op Eli’s beschuldiging verschaft ons heden ten dage een schitterend voorbeeld.

16. De dood is niet het einde, maar het heden verlaten, opmakend voor het volgende niveau

17. De grafieken zijn tot op heden in deze een deel van de Stille Oceaan.

18. Van het heden-hedonisme krijg je de energie om jezelf te verkennen, plaatsen, mensen, sensualiteit.

19. Het probleem is dat tot op heden de monetaire economie alle infrastuctuur en gereedschappen had.

20. Maar zelfs nog verwoestender was de dodelijke uitwerking van de stralingsvergiftiging, die tot op heden voortduurt.

21. De Politie dacht meerdere verdachten te hebben, maar tot op heden zijn er nog geen arrestaties.

22. De reden dat je aan traditie blijft hangen is omdat je het heden niet bij kunt houden.

23. 3 In deze tijd hebben velen een pessimistische ’leef voor het heden’-houding (Efeziërs 2:2).

24. Verreken dat naar het heden, tegen vijf procent: meer dan 2 miljoen dollar voor een stopteken in elke richting.

25. Het is nogal gemakkelijk om het verleden te betuttelen om onze verantwoordelijkheden in het heden te ontlopen.

26. Het merendeel van de antieke Chinese boeken en schilderijen die heden nog bestaan is op Xuan-papier gemaakt.

27. Tot op heden bestaat er echter geen onomstotelijk bewijs dat er inderdaad een dergelijk wezen in het meer zit.

28. Hun geestesgesteldheid is als die van Jozua, die zijn mede-Israëlieten aanspoorde: „Kiest dan heden zelf wie gij zult dienen . . .

29. Onze linkerhersenhelft heeft als taak om uit die enorme collage van het heden details te filteren. Details, en meer details over die details.

30. Heden ten dage zijn die telefoons in onze zakken onze geesten en harten aan het veranderen omdat ze ons drie heerlijke dromen bieden.

31. Jesaja voert zijn tijdgenoten terug naar het heden met de woorden: „Maar ik zeg: ’Voor mij is er magerheid, voor mij is er magerheid!

32. En ik ben vastbesloten dat hoogte noch diepte, heerschappij noch macht, heden noch toekomst, noch enig wezen, mij van u zal scheiden [zie Romeinen 8:38–39].

33. Degene die tot op heden uitermate gelukkig en tevreden met zijn rijkdom lijkt te zijn geweest, voelt zich plotseling zeer ongelukkig omdat iemand anders ook wat voorspoed heeft.

34. De kunst van het oude Griekenland had en heeft een enorme invloed op de cultuur van vele landen van oude tijden tot het heden, in het bijzonder op het gebied van beeldhouwwerk en architectuur.

35. Diezelfde overtuigingskracht treffen we heden ten dage in dit unieke Schriftuurlijke boek aan, en de Heer zal de waarheid ervan tonen aan eenieder die oprecht wil weten of het waar is.

36. Hoop is de deugd van een hart dat zich niet sluit in het duister, dat geen halt houdt bij het verleden, dat niet louter overleeft in het heden, maar dat een toekomst kan zien.

37. Jaren later kwam ik tot de conclusie dat het ophangen van de foto van het Eerste Presidium te vergelijken was met deze prachtige uitspraak van Jozua: ‘Kiest dan heden wie gij dienen zult (...); maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen’ (Jozua 24:15).

38. Als priesterschapsdragers zullen we de belofte van de Heer ervaren die ons door de profeet Jeremia is gegeven: ‘Zie Ik zelf stel u heden tot een versterkte stad, een ijzeren zuil en een koperen muur tegen het gehele land’ (Jeremia 1:18).

39. Hij zei: „Ik zou voor het aangezicht van God wel de wens tot uitdrukking willen brengen dat hetzij in korte tijd of in lange tijd niet alleen gij, maar ook allen die mij heden horen, zo zouden worden als ik, met uitzondering van deze boeien.” — Handelingen 26:29.