greppel in English
greppel [xrɛpəl] hole, ditch, pit
Sentence patterns related to "greppel"
1. Fortuno bij de greppel.
2. Eerst zien ze die greppel.
3. Ze vonden je auto in een greppel bij Topping.
4. In de greppel waar hij mij in dumpte.
5. Hij waarschuwt onmiddellijk als we te dicht bij de greppel langs de weg komen.
6. Ik ga echt geen kleren wassen in een greppel... en tortilla's kneden als een indiaan.
7. En als de gewassen het goed doen, staat hij luid kermend in een greppel:
8. Toen het geluid van de schoten dichterbij kwam, sprong ik in een greppel naast de weg.
9. Het is voorgekomen dat ons gezin drie dagen lang in een greppel moest schuilen terwijl overal om ons heen bommen ontploften.
10. Het is treurig wanneer een ezel in een greppel valt en zijn poten breekt doordat een vracht niet goed was bevestigd en is gaan schuiven.