gordel in English

gordel [xɔrdəl] belt, girdle

Sentence patterns related to "gordel"

1. Gordel.

2. De gordel was verrot

3. Gevoelloos onder de gordel.

4. Een grote, glimmende gordel?

5. Doe je gordel om.

6. en trouw de gordel om zijn heupen.

7. Hoe beschermt de gordel van waarheid je?

8. En dat mes in je gordel?

9. Deze gordel hielp de lendenen te beschermen.

10. Welke bescherming biedt de gordel van waarheid?

11. en bindt een gordel om hun middel.

12. in plaats van een gordel een touw,

13. 5 Rechtvaardigheid zal de gordel om zijn middel zijn

14. De waarheid als gordel (Zie alinea 3-5)

15. Je moet alleen niet vergeten om je gordel te houden.

16. En ik vond haar, daar in de Orion gordel.

17. Wij hebben de gordel van waarheid nodig en het borstharnas van rechtvaardigheid.

18. De gordel hielp om de last van het borstharnas te verminderen.

19. Een gordel dragen bij het autorijden zou geen effect hebben op uw veiligheid.

20. + 6 Johannes droeg kleren van kameelhaar en had een leren gordel om zijn middel.

21. Waarom is de Bijbelse waarheid net als de gordel van een Romeinse soldaat?

22. Waartoe diende een gordel in de wapenrusting van een soldaat, en wat wordt erdoor geïllustreerd?

23. Het is het dus echt waard altijd ‘de waarheid als gordel om je middel’ te hebben.

24. De gordel van een soldaat was ook bedoeld om zijn zwaard aan te hangen.

25. Zorg er ook voor dat uw vervoermiddel veilig is en draag in de auto een gordel.

26. Als de soldaat zijn gordel stevig om had, kon hij vol vertrouwen standhouden in een gevecht.

27. Daarnaast suizen er duizenden rotsachtige asteroïden door de ruimte, de meeste in een gordel tussen Mars en Jupiter.

28. Dat leidde me naar deze natte en warme gordel van de tropen die de aarde omcirkelt.

29. Wat is het dus toepasselijk dat goddelijke waarheid met de gordel van een soldaat vergeleken wordt!

30. Als een soldaat zijn gordel vastmaakte, duidde dat op zijn bereidheid tot de strijd over te gaan.

31. 27 Zij zullen sluimeren noch slapen; de gordel van hun heupen zal niet worden losgemaakt, noch hun schoenriem gebroken;

32. De monstersoep hebben we nog steeds. Ze heeft zich in de ontwikkelingslanden, rondom de tropische gordel, genesteld.

33. De gordel van een soldaat beschermde zijn lendenen en was heel geschikt om er zijn zwaard aan te hangen.

34. De twee onderdelen van de wapenrusting waarvan hier sprake is, zijn een gordel of riem en een borstharnas.

35. 8 Ze zeiden tegen hem: ‘Het was een man met een haren mantel+ en een leren gordel om zijn middel.’

36. Johannes droeg kleding van kameelhaar, met een leren gordel om zijn lendenen, net als de profeet Elia, door wie hij werd afgeschaduwd.

37. Daar bond de christelijke profeet Agabus zijn eigen handen en voeten met Paulus’ gordel en werd er door de geest toe bewogen te zeggen dat de joden de eigenaar van de gordel in Jeruzalem zouden binden en hem in de handen van heidenen zouden overleveren.

38. De pomp vormde tijdens optredens een probleem, dus ik plakte hem aan de binnenkant van mijn dij, met een gordel en een rekverband.

39. Ik zal geen gordel met kogels om mijn borst dragen en een rode doek om mijn hoofd, maar we hebben een probleem.

40. *+ 4 Jonathan deed ook zijn mantel uit en gaf die aan David, net als zijn zwaard, boog en gordel en de rest van zijn uitrusting.

41. De bijbel vergelijkt de waarheid van Gods Woord met de gordel die een soldaat in de oudheid droeg om zijn lendenen te beschermen (Efeziërs 6:14).

42. + 5 Neem vervolgens de kleding+ en trek Aäron het gewaad, de mouwloze mantel voor onder de efod, de efod en de borsttas aan, en bind de geweven gordel* van de efod stevig om zijn middel.

43. 3 En het woord van Jehovah kwam voor de tweede keer tot mij: 4 ‘Neem de gordel die je hebt gekocht, die je draagt, en ga naar de Eufraat. Verberg hem daar in een rotskloof.’

44. Kijk eens naar de opsomming die Paulus gaf: de gordel der waarheid, het borstharnas van rechtvaardigheid, het schoeisel van het goede nieuws, het grote schild des geloofs, de helm der redding en het zwaard van de geest.

45. 22 De profetische boodschap vervolgt met: „Voor balsemolie [zal er] louter een duffe lucht in de plaats . . . komen; en voor een gordel een touw; en voor een artistieke haaropmaak kaalheid; en voor een rijk kleed omgording met een zak; een brandmerk in plaats van schoonheid” (Jesaja 3:24).

46. 8 En het geschiedde dat zij het land Shilom in het noorden binnenvielen met hun talrijke legers, mannen agewapend met bbogen en met pijlen en met zwaarden en met kromzwaarden en met stenen en met slingers; en zij hadden hun hoofd geschoren, zodat het naakt was; en zij waren omgord met een lederen gordel om hun lendenen.

47. Maar onze ainspanningen waren tevergeefs; hun haat stond vast en zij werden door hun boze aard geleid, zodat zij wild en woest werden, en een bbloeddorstig volk, vol cafgoderij en vuilheid; ze voedden zich met roofdieren, woonden in tenten en zwierven in de wildernis rond met een korte lederen gordel om hun lendenen en hun hoofd geschoren; en zij waren vaardig in het hanteren van de dboog en het kromzwaard en de strijdbijl.